De Okinawa-reis zou een tweepersoons-trip zijn, omdat enkel Maaike en ik de interesse en de financiën hadden om maar het liefst zes dagen door te brengen op dit tropische eiland ten zuiden van Japan. We boekten onze vliegtickets een maand geleden en hadden het geluk dat onze heenvlucht 's ochtendsvroeg was en onze terugvlucht 's avond laat zou zijn. En 's ochtendsvroeg, betekent daadwerkelijk at the crack of dawn.. Nou was mijn slaapritme al enigszins off track, omdat ik telkens weer rond vieren naar bed ging en ergens in de middag opstond. Nou was het erge aan de dag voor vertrek dat ik nog samen met Rolf 'Slumdog Millionaire' tot drie uur 's nachts had zitten kijken en eigenlijk twee uur later moest opstaan, maar ik ben een bikkel met het volledige vertrouwen in mijzelf dat ik minstens een hele dag op mijn voetjes kon blijven staan. Met dit zelfvertrouwen stond ik daadwerkelijk om half vijf op en pakte nog wat dingetjes in. Een uur later vertrokken Maaike en ik richting bushalte en werden we nog uitgezwaaid door Glynis en Rolf.
Eenmaal op het vliegveld waren we een tikkeltje te vroeg en besloten we te chillen in de Starbucks. Eenmaal incheckt en wel konden we al gauw gaan boarden en na een redelijk spannende vlucht (ik kreeg zoveel hartkloppingen toen er voor de zoveelste keer turbulentie was) landden we al na anderhalf uur in Naha, de hoofdstad van Okinawa!
Dag 1: "Het hostel is ZO pauper, pauper de pauper en het stinkt naar voeten" en 国際通り
Nadat we onze tassen hadden geclaimd gingen we richting monorail, want Naha kent geen treinen of de metro; enkel een super hightech monorail dat men binnen een half uurtje van A naar B brengt. Het uitzicht was daadwerkelijk te genieten. De Amerikaanse gevechtsbases die in de verte te zien waren ook wel, want wist je dat Amerikaanse legerbases 40% van Okinawa beslaan? En omdat ik in het tweede semester van het tweede jaar in Leiden mijn sociologie paper over hoe afhankelijk Okinawa van deze bases is had geschreven wakkerde dit soort uitzichten instant mijn interesse aan.
Monorail in Naha
Aangekomen bij onze halte ervaarden we al gauw onze eerste anticlimax: het regende als een malle! Toch wel balend, gingen we maar meteen op zoek naar ons hostel genaamd 'Base-Okinawa'. Met mijn geweldige kwaliteiten om de route te omschrijven en te navigeren kostte het wat tijd om het te vinden. Het hostel zelf was een jawdropping experience, want het werd gerund door leuke Japanse mannen die onze loodzware tassen naar onze dormitory sjouwden. Nadat ik die jongen een "tsuyoi desu ne" (wat ben je toch sterk ;) )toewierp, wuifde hij dit verlegen af en opende onze deur.
Ik hield mijn adem in.
Niet alleen was deze vierpersoonskamer even groot als mijn kamer hier, maar het dekbedovertrek leek meer op een zesmaanden oude theedoek en het kussen was een pittenzak, maar dan minus pitten en plus plastic vierkantjes. Ok, dacht ik bij mezelf, in het donker zie je geen details (ik wil een foute grap maken, maar doe maar niet) en we zouden hier toch alleen 's nachts zijn.. Echter, toen ik mijn huidige situatie prachtig wist te relativeren werd de badkamerdeur geopend. Te zien; een ongelooflijk ranzige vloer met als decoratie alle haarkleuren van de regenboog, een WC waar je de stop steeds op zijn plek moest zetten omdat het dan anders niet zou gevuld zou worden en soppige, smerige slippers die immiddels de voeten van iedere Okinawa-backpacker gezien hebben. Ah.. lame!
Na onze spullen gedropt te hebben besloten we de buurt te verkennen. Toen we een paar honderd meter verder liepen en op clubtitels zoals 'Cream' en 'Manzoku-city' (satisfaction city) stuitten, wisten we dat we niet helemaal goed zaten. We hadden ook wel honger, maar hadden het geluk om de meest geniale bentou-zaak van heel Naha tegen te komen! In dit kleine tentje, gerund door Chinezen, kon je je eigen bentou samenstellen. Mijn favorieten waren: gefrituurde tofu met hete saus, varkensvlees in zoet-zure saus en wat groenten met wat goddelijke saus. We kwamen hier tijdens onze Okinawa-week een stuk of vier a vijf keer. Het is alleen jammer dat we onze spaarkaart nooit vol zouden krijgen! ;_;
Na goddelijk te hebben gegeten gingen we meteen richting Kokusai-doori (internationale straat), een waar toeristisch toevluchtsoord bestaande uit souvernierzaken, ijssalons, fastfoodtentjes en foute kroegen zoals 'La Bamba'. Terwijl we in de regen rondslenterden ontdekten we ook een afgedekte winkelstraat genaamd Heiwa-doori (Vredesstraat) waar ik ongelooflijk last van een déjà-vu. (Hama no machi-replica). Nadat we door hadden wat de Okinawaanse meibutsu (specialiteiten) zijn; shiyou chinsukou, goya, benimo (zoute koekjes, een hele bittere komkommer, zoete aardappel) besloten we ijs te eten en langzamerhand terug te keren naar het hostel.Bijna aangekomen bij Base Okinawa stonden we oog in oog met een heus artificieel strand, aan een snelweg nota bene! We besloten met onze konbini-avondeten aan dit strand te zitten en te genieten van de prachtige.. snelweg.
黙ってるじゃん!Is dit bedrog of wat?!
Eenmaal in de gemeenschappelijke ruimte van het hostel had ik de neiging om naar het thuisfront te rapporteren, dus mailde ik Rolf de subtitel van deze paragraaf..
Dag 2: Monsterlijke eenden, de Okinawaanse man, 首里城(Shuri-kasteel)
Poort vlakbij het Shuri-kasteel
Omdat Maaike en ik cultureel-verantwoorde dames zijn besloten we het prachtige, knalrode Shuri-kasteel te bezoeken. Na wat ontbijt bij onze nieuwgevonden liefde (het bentou-zaakje) gingen we met de monorail naar de andere kant van Naha. Al gauw vonden we een klein vijvertje en besloten daar wat plaatjes te schieten. Er was daar wel een overvloed aan eenden van monsterlijke proporties..
My God! What is it?!
Held op sokken ~!
We bekeken het kasteel, een prachtige poort en hadden een ijsje gegeten onder het genot van een geweldig uitzicht.
Het Shuri-kasteel
Uitzicht over Naha en de bijhorende stijgers..
Helemaal 満足 (content) gingen we wederom naar Kokusai-doori met een missie om Okinawa-soba te eten. We waren op zoek naar een specifiek tentje, maar konden die natuurlijk niet vinden, dus doken we een of ander klein zaakje in. Eenmaal binnen, raakten we aan de babbel met een gast en de eigenaar. Ik was voornamelijk geïnteresseerd in hoe Okinawanen over de Amerikanen hier dachten, want 40% van Okinawa is base en er lopen nou eenmaal veel yankees rond. Tot mijn verbazing vertelde meneer mij dat menig Okinawaan alles best vond, omdat hij subsidie van Tokyo kreeg. De toeristische kant van Okinawa vond hij prima, want dat brengt geld in de la en de Amerikaanse aanwezigheid vond hij wel allemaal best. Ik slurpte aan mijn soba met een opgetrokken wenkbrauw, want dat was niet de reactie die ik anticipeerde. Blijkbaar zijn er geen hard feelings naar de yanks toe. Ik generaliseer natuurlijk niet, want dit is enkel de mening van een willekeurige meneer in een soba-tent.
Na iets van anderhalf uur gebabbeld te hebben met deze twee heren kwamen Maaike en ik in de Starbucks terecht. Slurpend aan mijn koffie bekeek ik de Okinawaanse mannen die in grote getalen over straat liepen. Drie gedachtes spookten rond in mijn hoofd; 1) mijn god, hier zijn veel meer mannen dan vrouwen, ik moet oppassen dat ik geen bloedneus krijg! 2) mijn god, die gasten hier zijn zo veel langer, breder en gebronsder dan de hoofdeiland-Japanners. (Dat leg ik even uit; Okinawanen zijn o.a een mengelmoes van andere Aziatische landen) 3) mijn god, ze zijn hier niet schuw, maar durven naar Westerse vrouwen te kijken! (Dit dacht ik toen een voorbijganger naar me zwaaide. Dios mio..)
Dag 3: Historisch-verantwoord, Ronny de Ierse hooligan en Amerikaanse mini-mariniers
Melancholia, deshou?
Waar ik al een tijdje voor zat the lobbyen was een bezoek aan het Vredesmuseum en Memorial Cornerstone of Peace. Dit grote park ligt ten Zuid-Oosten van Naha, dus redelijk ver weg, waardoor we een busritje moesten maken. Het regende op de dag zelf afschuwelijk, maar dit zou nooit te nimmer onze historisch-verantwoorde dag verpesten. Dus, de bikkels die we waren liepen door de regen naar het busstation. Onderweg werden we gewenkt door een taxi-chauffeur die ons wel soort van korting wilde geven. Nog iets specifieks Okinawaans, nergens in Japan heb ik zulke agressieve taxichauffeurs gezien. Ze rijden gewoon keihard naast je als ze merken dat je Naha niet helemaal begrijpt. Schurken! Maar aan de andere kant, Naha is nou eenmaal afhankelijk van de tertaire sector genaamd toerisme.
Toevallig waren we een beetje lui die dag, dus besloten we om met de taxi richting Zuid-Oosten te gaan. Het begon harder te regenen, daarmee werd ik gedwongen om 500 yen neer te leggen voor een crappy paraplu bij een of andere groenteboer. Nou, het moest maar.
In het Memorial Peace Park kon ik mijn ietwat frappante hobby uitoefenen; oorlogsmonumenten bekijken. Van Maaike mocht ik niet meer zeggen dat ik het leuk vond, maar dat ik het interessant vond. Dit probeer ik op de dag van vandaag mezelf aan te leren.
Memorial Cornerstone of Peace bij de Slagvelden van Okinawa
Vredesmonument
Het sombere weer weerspiegelde de hele atmosfeer rondom het Peace Park. De Pacifische Ocean dreunde woest tegen de rotsen waar we op stonden.
Dramatische rotsen
Uiteraard gingen we ook naar het museum. Ik ben blij dat ik ben geweest, want het was daadwerkelijk educatief; er werd ook gelukkig benadrukt hoe de gewone Okinawanen leden onder de oorlog. Dit werd voornamelijk weergegeven door de meest verdrietige, hartbrekende foto's.
Nadat we het museum hadden bekeken besloten we terug te keren naar Naha. Terug in het hostel kwamen we een bepaalde figuur tegen die we al op dag 1 hadden ontmoet. Die gozer is stereotype der stereotypen; een roodharige Ier die trots vertelde hoe lam hij wel niet op iedere dag van de week was. Laten we deze figuur Ronny noemen (nouja, eigenlijk heet hij ook zo..) en Ronny nodigde zichzelf uit voor eten, dus we namen hem mee naar een tentje vlakbij het hostel.
Hoewel Ronny als je standaard voetbalhooligan oogt heeft hij veel meegemaakt in Azië. Zo gaf hij Engelse les in China en maakte zelfs die recentelijke, grote aardbeving mee. In Japan woont hij in Osaka onder het mom van 'docent Engels' en nu vierde hij vakantie op Okinawa. Wat hij in Ierland voor beroep uitoefent? Hij is kok! Verder, die gast is ongelooflijk lomp, zo moest hij zijn Softbank prepaid kaart opladen, maar omdat hij geen woord Japans sprak vroeg hij of we even na het eten meeliepen naar de conbini. Onderweg zat hij te haten op Softbank en noemde het zelfs "Softwank", waar ik al een poos om moet giechelen.. Hoe dan ook, zijn ongeduldigheid toen het arme personeel zijn kaart opwaardeerde was een beetje beschamend en ik voelde dat ik me in het Japans moest veronderschuldigen voor zijn barbaarse gedrag. Toen hij vroeg of we met hem ladderzat wilden worden, hadden we zoiets van.. neh.. en loosden hem bij het hostel.
Zo schattig! Het glazuur springt van mijn tanden!
Heel ambitieus stonden we de volgende dag rond half 9 op, want vandaag stond een uitstapje naar het Noorden op de planning. Daar zou een leuke plek genaamd Ocean Expo Park zijn en we hadden wel zin om allerlei zeebeesten te bekijken. Zo zin dat we een drie uur durende busreis voor over hadden!
Voorzien van conbini-ontbijt gingen we naar de busterminal. De bus bracht ons naar het boerengat genaamd Nago, om daar over te stappen naar het park. Het zure was dat we heel erg van de laatste bus afhankelijk waren en als we die zouden missen zouden we tot in de eeuwigheid in the middle of nowhere gestrand zijn! Hoewel dat avontuurlijk klonk.. leek het me niet de leukste manier om de tijd door te brengen.. hoe dan ook, we hadden maar een miezerige twee uurtjes om in het park rond te lopen! Gaar!
Het oogt zo prachtig, maar meer dan een derde staat in de stijgers
Wel hadden we wat tijd om plaatjes bij de oceaan te schieten en wat zeebeesten te bekijken.
Oceaan!
Dolfijnen
Tja.. toen moesten we de bus hebben. Beetje jammer, maar het regende tenminste amper!
Dag 5: Tropische regenbui en natte sokken!
Op advies van een dormitory-genote en omdat het ons awesome leek, wilden we plekken op een ferry naar het wonderschone eiland Zamami regelen. Het leek ons verstandig om uit te vissen waar de ferry vanaf vertrok en of het überhaupt door ging, gezien alle recentelijke regenbuien.
Enigszins met een omweg bereikten we Tomari-haven, gelukkig kregen we te horen dat er de volgende dag een ferry naar Zamami zou gaan en dat het weer flink zou opklaren. Dit was het enige lichtpuntje van de dag, want ik was zoo chagrijnig. We hadden nog niet ontbeten en we waren doorweekt! Het is een immens klotegevoel om door de straten van een onbekende stad te struinen terwijl het keihard op je neer regent en je crappy paraplu om het punt van sterven staat. Alles, maar dan ook alles was doorweekt. Ik heb gewoon vierentwintig uur lang op natte sokken gelopen! Damn it!
Na te hebben ontbeten bij onze favoriete bentouya besloten we helemaal niets te doen behalve shoppen en ijs eten!
In het winkelcentrum genaamd Ryubo ontdekten we heerlijke cakejes (tayaki). Ik had er een met maccha!
Tayaki met maccha-smaak, godddelijk
Wat een loze, zaad dag.
Dag 6: 座間味、leuke, intelligente mannen, pracht & praal~
Azuurblauw water bij Zamami-eiland
Het weer was wonderschoon! Niets stond ons in de weg, omdat we eindelijk naar een werkelijk stuk paradijs in de Pacifische Oceaan zouden gaan! Onze ferry zou om 10 uur vertrekken en over een kleine twee uur op het eiland Zamami arriveren. Zamami is een van de grootste eilanden in de buurt bij Okinawa. Er zijn wel wat mensen, dus je zou het niet echt onbewoond kunnen noemen. De andere kleine eilandjes zijn dat wel en het lijkt me gewoonweg geniaal om er een keer naar toe te gaan.
Zamami-ferry
Haven van Tomari
Drie van de zes leukerds
Is dit niet het prachtigste uitzicht ooit?
Tropisch paradijs! Lost-ish
Wij waren wederom tijdsafhankelijk en moesten al over een miezerige vier uur op de ferry zitten. Echt zonde, want ik heb nooit het genoegen gehad om op zo'n mooie plek te zijn en wilde er echt langer blijven. Hoe hartbrekend ook, shou ga nai.
Dag paradijs ;_;
Voor ons vertrek hadden we nog even schaafijs gegeten.
Meest schattige Son Goku, ergens bovenop een random tentje
Goed en slecht nieuws op dag 7. Het goede nieuws was dat onze vlucht pas om 19:40 ging en het slechte was dat we terug moesten naar Nagasaki!
Ingang Headquarters
Vrouwen die we zijn.. het duurde wederom eventjes voordat we het hadden gevonden.
Gaten in de muur veroorzaakt door granaatscherven
Er waren ook ruimtes waar soldaten staand moesten slapen, omdat er niet voldoende ruimte was.
De enige sneaky foto die ik van onze vriendelijke ijscoman durfde te nemen
Ik vond dat hij Yuuji moest heten en dat hij het liefst op slippers door de straten van Naha struint. Maaike vond hem meer een Kentaro die nog thuis woont met zijn ouders en katten. Ook doet hij aan yoga en heeft een excentrieke levensstijl. We zullen het jammer genoeg nooit weten..
Rond zessen moesten we het kloppend hart van Naha genaamd Kokusai-doori verlaten om met de monorail naar het vliegveld te gaan. Afscheid nemen deed een klein beetje zeer, want Okinawa is super tof.. afgezien van het feit dat het 5 van de 7 dagen regende. Terugkeren naar Nagasaki was vreemd, want het was er zo koud! Hoe dan ook, ik heb in de oceaan kunnen zwemmen, heb leuke kerels ontmoet, heerlijk ijs gegeten en mijn beeld van Amerikanen is enigszins veranderd. Wat goed allemaal!
2 opmerkingen:
Wat een hemelse stranden! Wat een avonturen, wat een feest. Niet te zuinig.
Dat is toch wel wat anders dan een midzomerse vakantie op de Waddeneilanden, niet?
hallo! ik wist niet dat japan zo mooi is... echt super wat je daar allemaal doet, ik ben zelf een half jaar in thailand geweest ook fantastisch. maar wat ik je eigenlijk wil vragen is of jij misschien mij kan laten zien wat het teken is voor OMA?
ik vind het japanse schrift erg mooi en wil graag oma in het japans (tattoo) laten zetten.
in ieder geval erg bedankt mocht je reageren en tijd hebben. heel veel succes en plezier verder in japan,groetjes kimberley
goldstrike6@hotmail.com
Een reactie posten