vrijdag 16 juli 2010

Terugblik op Repatriëring 1: THIS IS NOKONOSHIMA!


Onderweg naar Nokonoshima

Het is al zowaar een jaar geleden dat ik in de verstikkende Kyuushuu-hitte mijn laatste maand in Nagasaki beleefde. Waarom ik toch met een blogpost tevoorschijn kom
is voor mij een raadsel gezien het feit dat ik in een zwart gat gevuld met luiheid beland ben. Mijn zomervakantie bestond uit weinig productieve of intelligente dingen, en dat is maar goed ook omdat ik mentaal toch wel even uitgeput ben. Hoewel ik dit academisch jaar hard gewerkt heb, zijn de gewenste resultaten uitgebleven. Ik kan ten eerste, niet afstuderen vanwege vermiste bijvak-ECTS en ten tweede heb ik meer tijd nodig om achter te komen wat er komt na japanologie. In ieder geval een minor Journalistiek en Nieuwe Media, want verborgen talent moet ontplooid worden, niet waar? Goed, genoeg melancholie. Ik luister weliswaar naar Yo No Sè Mañana van Luis Enrique, het meest romantische salsanummer ooit en heb behoorlijk last van schrijf-manie, vandaar dat ik diep in mijn zeefgeheugen graaf betreffende mijn pijnlijke vertrek uit Nagasaki.Ik zal in stukken leveren..

Let's go back.. let's go back..

Godgloeiende, ergens eind juli 2009 hadden wij Nederlanders onze eindpresentatie over onze quasi-wetenschappelijke papers over onderwerpen naar keuze. Dit hele project eiste een meedogenloze staaltje concentratievermogen, omdat onze tien-minuutdurende referaten ongeveer iedere dinsdagochtend geoefend werden. Eerder oefenen op het voorlezen zul je bedoelen. Ik weet niet hoe het met de anderen zat, maar ik kon al dat geblaat niet meer aanhoren.

Helaas moest er op die ene ochtend een geïnteresseerde blik op onze gelaten staan omdat Nagai-sensei zogenaamd vakkundig een camera op ons richtte. Ik ga mijn falen natuurlijk op een later moment in mijn leven aan mijn kleinkinderen laten zien.. Al met al, niet noemenswaardig.

Laat ik het hebben over avonturen op eiland Nokonoshima, dat een kleine tien minuten op afstand van Fukuoka ligt. Ik weet echt totaal niet meer wiens initiatief het was om de organisatie op zich te nemen, maar ik geloof dat het Matthias was met zijn aantrekkingskracht bij oudere dames. En omdat onze Matt zo'n heerlijke boytoy is, heeft docente Stoeipoes ons uitgenodigd om mee te gaan naar eiland Nokonoshima. Ook wel vanwege haar connecties met de meneer die de boel runt bij die strandhutjes en omdat wij gewoonweg hardwerkende studenten zijn.

Zo vertrokken wij ergens begin augustus vanaf Ekimae richting Fukuoka's Tenjin met al onze vrienden. Voor zover ik het me kan herinneren waren er van de partij: ik (belangrijk!), Glynis, Rolfje, regelneef Matthias, Pyke, Evelien en Maaike. Wat deed de rest ook al weer.. Sander en de Krullenbol (waren al geweest) en de Musketier (playen in Shanghai).

Eenmaal in Tenjin ontmoetten wij Stoeipoes, die haar nickname waarmaakte met een veel te kort rokje (ok, haar benen konden het hebben, maar haar leeftijd duidelijk niet), luipaardprint shirtje met pailletjes en de hele mikmak. Volgens mij droeg ze ook nog een roze zonnebril. Ok. Verder was het broeierig heet, maar dat is niet verrassend tijdens de Japanse zomer. Wat mij echter verbaasde was Matthias' en Pykes idee om ramen te gaan eten voor vertrek. Uhm.. best. De dames, inclusief Rolf besloten om een broodje te happen in de Tenjin Core.

Na de lunch werd er geshopt voor iets prachtigs, namelijk drank. Ik rende door de stellages als een wild luipaard vanwege een missie: Malibu. Eenmaal gevonden gooide ik de gigantische fles in het winkelmandje en overdreef natuurlijk door een gigantisch aantal cocktail blikjes erbij te gooien. Nu ik mezelf afschilderde als complete alcoholist voelde ik me opgelaten toen de rest mijn mandje bekeek.

Drank weegt veel en het begon ook nog eens te regenen. Zou ons eilandavontuur dan toch in het water vallen? De schade viel mee, want eenmaal op de ferry richting Nokonoshima gaven de weergoden ons het teken om wild te beesten onder de Spartaanse omstandigheden van het eiland.

En waarom toch Spartaans? Zo zagen de hutjes eruit! Nadat we met een busje naar de strandcamping werden gebracht kregen we een achtpersoonshut aangeboden met een dofgroene tatami mat als ondergrond. Kussen en dekens? Hell to the no! Tatami, gigantische insecten en een raam, dat krijg je!

THIS IS NOKONOSHIMA!

Ik was overigens niet in shock, want ik had Martijns foto's gezien en wist wat me te wachten stond. Voor anderen was het een catastrofe en Matthias werd een doelwit vanwege het achterhouden van dit essentiële stuk informatie. Ik had zoiets wel, ik drink gewoon een shitload en val dan gewoon in slaap. Sono toki ha sono toki da.

Stukje strand

Ik dumpte me tas en trok m'n kleren uit! ..

En trok m'n badkleren aan. Om te zwemmen natuurlijk! In zee dobberde een of andere houten vlot met een glijbaan dat d.m.v touw en plastic drijfblokjes aan een opgeblazen mat vast zat. This bitch will be mine, dacht ik meteen. Daarentegen, er gebeurden eerst baldadige dingen op zee, want de Stoeipoes regelde twee gratis ritjes op de bananenboot waarvan de prijs normaalgesproken rond de 1000 yen lag. Jammer genoeg flikkerde er niemand van het ding af! Misschien waren we met zijn alles veel te zwaar waardoor we moeizaam uit de bocht konden vliegen.

Tijdens ronde twee zat er ineens een klein, Japans meisje van een jaartje of 11 tussen ons in. Ik was zo bang dat we haar zouden verpulveren met onze gaijin-lichamen. Maar goed, zoals hierboven vermeld, bleef de schade beperkt.

Mijn voorgevel barstte uit het te kleine zwemvest en ik haalde eens diep adem. Nokonoshima-strand :)

Een paar uurtjes later verscheen er een barbecue-set naast wat overdekte picknicktafels en verdwenen al gauw stukjes vlees, vis, schelpdieren, onigiri en stukjes groenten op de grill. Flessen wijn werden geopend, de rum werd aangebroken en de zon ging onder. Iedereen werd lolliger, met name ik.. ik was zo onder de indruk van het tafereel dat de rum, wijn en cocktails al snel in mijn maag verdwenen. Stoeipoes lustte er ook wel pap van en haalde ineens vuurwerk tevoorschijn. We kregen wat sterretjes en andere knallers van ellende. Ik zat in een roes en vond vuurwerk sowieso eng, dus liet het afsteken maar aan andere mensen over.

BBQ

Op een gegeven moment zei Stoeipoes dat ze ervan door zou gaan, omdat ze geen zin had om de nacht op Nokonoshima door te brengen. Volkomen begrijpelijk, want ik voelde de volgende ochtend mijn armen niet meer.

Ik vond het allang best en trok mijn bikini aan om nog even van een verfrissende duik te genieten. Het is ongelooflijk dat ik niet als een baksteen gezonken ben. Ik weet niet meer hoe ik het voor elkaar had gekregen, maar ik heb weliswaar dat luchtkussen beklommen. Ik lag op mijn rug en tuurde naar de volle maan, totdat Rolfje en Matthias er ineens opdoken. We deden mal, douwden elkaar een paar keer het water in en sprongen zelfs hand-in-hand clichématig de zee in. Prachtig.

Eenmaal terug bij het hutje lagen de meesten al op vloer. Opvallend was dat er ineens wat fleecedekens op de vloer lagen. Nou, op zich wel chill. Ik had geen tijdsbesef en stortte maar ter aarde om te slapen, want alles draaide.

Het was net zo verschrikkelijk als het eruit ziet

's Nachts maakte ik nog een wandeling (censuur..)

Mijn tactiek van veel drinken in slaap vallen werkte wel, maar toen ik de volgende ochtend wakker werd was iedere spier in mijn lichaam verstijfd en voelde ik mijn armen niet meer. Verschrikkelijk, mijn hoofd tolde, er was niet even een pan in de buurt om een eitje te bakken en het scheen dat we al over een paar uur uit moesten checken. Ik raapte mezelf van de grond en slenterde naar het strand, waar de helft van de groep al had bedacht dat er naar Fukuoka werd gegaan om te shoppen. Ik vond het een slecht idee, omdat het een unieke kans was om langer op het strand te blijven, de eigenaar ons een of ander park wilde laten zien en omdat het echt veel te warm was om actief te doen. Maarja, niemand luistert toch naar mij..

Zo gingen we met zijn allen terug naar Tenjin, Fukuoka. In een ripoff van Starbucks maakten Pyke en Matthias hun man-date en verlieten de groep terwijl de rest naar een of andere boekenwinkel ging. Ik scheidde me echter even van de groep om naar een Daimaru te gaan om wat Yojiya-stuff voor mijn moeder mee te nemen.

Nadat de groep uitgekeken was in de boekenwinkel en in de Starbucks aan de frappy's slurpte, splitsten we ons nogmaals op. Ik ging met Rolf en Glynis op pad. Veel hebben we niet gedaan, enkel door wat shoppingcentra gestruind. Daarna hadden we wat ramen gegeten bij Canal City, boekten onze busticket naar een eerder tijdstip om en vertrokken naar Nagasaki.

We kwamen rond 23:00 aan en dit was het perfecte moment, want Inoue heeft net zijn nieuwe restaurant onder de 'keya geopend. Dit was zijn openingsdag en ik wilde beslist langs! Ik sleurde Rolf nog ff mee om naar Inoue te zwaaien, ook al zag ik eruit als een verlepte straatkat.

Rolfje en ik sandwichen Inoue

Toch wel een lichtpuntje van de vermoeiende reis, Inoue's glimlach :)