Posts tonen met het label Hiroshima. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hiroshima. Alle posts tonen

woensdag 7 oktober 2009

Damnit

Terug zijn in het land van de weilanden, kansloze polders en kauwgom-kauwende zestienjarige cassieres doet pijn. Tevens veroorzaakt dit een massieve writer's block.. of ik nog wat ga schrijven of hoe verschrikkelijk ik me heb misdragen tijdens mijn soubetsukai (afscheidsborrel) en heb gechilled in Tokyo? Wie weet. Voorlopig kan mijn hart het simpelweg niet opbrengen om die laatste pijnlijke weken te omschrijven. Maar, het positieve is dat ik natuurlijk keihard tickets voor eind december heb geboekt en wederom mijn geliefde Nagasaki zal verblijden met mijn bezoek.

Hoe dan ook, voorlopig heb ik het druk met een programma van 60 ECTS, club-hoppen en het participeren in de Journal Commissie van Tanuki (mijn studievereniging) met niemand anders dan onze eigen Krullenbol Martijn als fearless leader. Kan ik je blij maken met een artikel waar Lena op staat geschreven?

Erotiek te koop: de Japanse host

Na een enigszins anticlimactische wandeling langs de betonnen gebouwen van Hiroshima, dat onder andere werd veroorzaakt door mijn geweldige gevoel voor richting, had ik last van een droge keel. Met een overheerlijke mokka-cappuccino van ieders favoriete koffie-merk in gedachte baande ik mezelf als een bezetene door een overdekte winkelstraat. Op vertrapte gympen en een reiskloffie merkte ik op dat willekeurige groepjes ギャール op torenhoge hakken giechelden terwijl ze een groepje goedgeklede mannen passeerden.


Zo werkt de wondere wereld van flirten nou eenmaal, dacht ik bij mezelf, toen ik langs dezelfde groep mannen met perfecte maatpakken, kastanje-bruin haar en verzorgde wenkbrauwen snelwandelde. Dit gebeurde allemaal vrij snel, maar toen het kwartje eenmaal viel kwam ik tot de conclusie dat dit geen gewone straatboefjes waren, maar jagers die hun prooi nauwkeurig selecteren door middel van criteria zoals dure Louis Vuitton-tassen of Gucci-zonnebrillen bij vrouwen. Nee nee, deze mannen waren noch playboys noch de Japanse-equivalenten van loverboys, maar echte ホスト(hosts).

Ik verminderde in vaart en realiseerde mij dat ik allang voor mijn locatie stond. Toen kwam ik op het idee om deze sierlijke schepsels in hun natuurlijke habitat te observeren en besloot ik mijn koffie aan de bar voor het raam te nuttigen.

Terwijl ik het groepje mannen bestudeerde, waarvan enkeling kundig twee keitai (mobieltjes) met lange vingers en keurige nagels bediende, vroeg ik me af of er daadwerkelijk veel vrouwen waren die een dusdanig lage eigenwaarde hebben, maar toch de financiële middelen bezitten om zich door deze heren naar een ongure club te laten begeleiden. Door deze jongens, die waarschijnlijk hun vertrouwde losse T-shirts en versleten spijkerbroeken hebben ingeruild voor strakke pakken, fluwelen blousejes en dure accessoires. Met de 'Ik ga het helemaal maken in de grote stad!'-instelling zijn ze vast onbewust in de 水商売 (みずしょうばい), het eufemisme voor de nacht-industrie van Japan, gerold om snel centen te kunnen verdienen om hun daadwerkelijke ambities en dromen na te jagen.

Goh, ze sloegen een meisje aan de haak dankzij hun vlotte babbel. Of ze even een uurtje had. Of het kind naïef was of gewoon een slecht zelfbeeld bezat, heb ik natuurlijk nooit kunnen weten, maar leef je je eens in de dame die doelbewust met deze mannen meegaat naar hun basis, de host-club.

Nadat zo’n kerel haar talloze keren heeft verteld hoe schattig ze wel niet is krijgt ze een host-menu in haar poezelige handjes gedrukt. Zo’n menu is een ware vleeskeuring of opsomming van alle hosts die in de club werken, waarin ze foto’s, bloedgroepen, hobby’s en karaktereigenschappen van de mannen kan bekijken. Afhankelijk van hoe ze vermaakt wil worden kiest ze haar vaste host, waarbij hij vriendelijk naar haar lacht met zijn bruine of door blauwe-lenzen-bedekte, speelse ogen en wordt hun club-carrière vereeuwigd. Heeft ze de plank misgeslagen door een vent te kiezen waarmee er geen chemie is heeft ze pech, want haar keuze kan niet meer ongedaan worden.

Cru, denk je niet? Dit doet de club niet om haar een onnodig contract aan te smeren, maar om de financiële zekerheid van de betreffende host te garanderen. Zijn basisinkomen komt van zijn vaste klanten, maar alle extra’s verdient hij door drank-consumptie van zijn fangirls. En als hosts immens populair zijn verdienen makkelijk rond de 15.000 euro per maand.

Dan begint het gevaarlijke spel. Host en klant spenderen wat tijd in een illusie waarin hij haar dromen waarmaakt en de rol van de hoofdrolspeler in haar fantasie op zich neemt. Misschien hunkert ze naar een grappige, malle jongen of een 冷たいヤロウ(zo’n frigide zak), niets is te gek. Hij beeldt dit subtiel voor haar uit en laat haar hart sneller kloppen door in haar oor te fluisteren hoe slank haar benen eruitzien in dat ene korte rokje of hoe perfect haar voorgevel bij staat in het neon-licht van de club. Vriendelijk, met een jeugdige glimlach op zijn gezicht neemt hij haar mee naar een euforische staat waarin ze zich de mooiste vrouw van de club voelt. Vervolgens doden host en klant de tijd door te drinken, dansen en karaoke.

Maar dan. Verliefd worden overkomt jammer genoeg de beste. En als de klant veel tijd doorbrengt met haar host lijkt het me duidelijk dat dit uiteindelijk opbloeit in een eenzijdige affectie, waarbij ze alles in haar macht wil doen om hem bij haar in de buurt te krijgen. Dit leidt o.a tot ziekelijke jaloezie in de club als de host haar even achterlaat om met een andere dame te gaan babbelen. In zo’n noodsituatie kan ze de aandacht op zich vestigen door middel van een 'champagne-call' waarbij ze een dure fles champagne bestelt, waarvan de prijs tussen de 1000 en X万円varieërt. Tijdens deze chaos stormen alle hosts op haar af en laten ze haar deze vloedgolf van alcohol achter over slaan door haar aan te moedigen en eventueel verleiden tot een tweede ronde.

Terwijl ze daar staat, met een tollend hoofd en kots die langs haar mondhoeken naar beneden sijpelt nadat ze de fles in een adem achter haar kiezen heeft gegooid fluistert hij lieflijk of plagend in haar oor dat drinken met haar het allermooiste ter wereld is en dat hij haar dankbaar is omdat ze haar gezicht zo vaak in de club laat zien. Met een scheve glimlach ziet ze het al helemaal voor zich; hand-in-hand wandelend over straat met zo’n イケメン (knappe vent) aan haar zijde, maar hijzelf wil buiten zijn werk om meestal niets met zo’n vrouw beginnen. Zo een die voor geld neerlegt voor liefde en affectie. Nee nee, hij walgt ervan, neemt nog een drankje en begeleid zijn dronken klant naar de taxi in het ochtendlicht.

Na een slorige エレーチュー(kusje in de lift) escorteert hij haar dus naar de taxi en kijkt haar met een dromerige glimlach en quasi-oprechte ogen van “Kom je weer bij me terug?” na, terwijl hij eigenlijk aan een andere klant of zijn bed denkt. Het valt niet mee om je affectie te verkopen. En sex met een klant? Alleen als hij daar zin in heeft en er veel wordt betaald. Maar, hij rekt de seksuele spanning tussen hem en zijn klant zo lang mogelijk uit, onder het traditionele principe van hard to get. Want zeg zelf, te makkelijk is voor niemand een uitdaging.

Maar, vergeet niet dat we deze vrouwen niet mogen beoordelen op hun gebruik van deze verkopers van dromen, want er is in principe niks mis met het bevinden in een staat van escapisme waarbij je zelfvertrouwen op wordt gekrikt door deze heren na een lange dag van kantoorslavernij. Frappant is echter, dat sommige aspecten van de Japanse sexindustrie in een vicieuze cirkel vervallen omdat de meeste vrouwen die naar hostclubs gaan en over de financiële middelen beschikken zelf in de sexindustrie werken. Ze beginnen überhaupt in deze branche te werken om snel te verdienen en om de yen vervolgens weer te spenderen aan hun favoriete host. Het is een keiharde business, de 水商売.

Dus, misschien voel je je alsnog geneigd om onder gedompeld te worden in gefinancierde vleierij? Neem dan gerust een wandeling door een ongure steeg in de grote amusementssteden zoals Osaka, Tokyo of zelfs Hiroshima en probeer een babbel aan te knopen met een groepje mannen met slangenleren laarzen.

Maar, niets moet. Je kan ook op afstand aan je koffie lurken terwijl je de gang van zaken vanuit een beroemd koffiehuis tot je neemt. En nee, ik heb absoluut geen X-aantal yen neergelegd voor een theekransje met deze hotshots.

maandag 10 augustus 2009

Heldin in Hiroshima

A-Bomb Dome in Hiroshima

Hiroshima

Hoewel ik geheel in de veronderstelling dat het regenseizoen eindelijk afgelopen was, regende het redelijk hard op de ochtend van mijn vertrek naar de stad die de atoombom-ellende van Nagasaki volkomen begrijpt; Hiroshima.

Mijn energieke persoon begon enigszins kribbig te worden bij het aanzicht van de enorme klodders water die uit de hemel kwamen vallen, maar gaan moest ik.. omdat de shinkansen-tickets een fortuin hadden gekost. Belachelijk, 22.260 (uit het hoofd.. VEEL.. +-200€) yen voor een retourtje Nagasaki-Hiroshima.

Nadat Matthias me had uitgezwaaid en ik door de regen naar de tram slenterde drong het tot me door dat reizen in een kort rokje niet bepaald praktisch is. Hoewel ik rechtsomkeer had kunnen maken en me thuis had kunnen omkleden overwon luiheid dan toch..

Eenmaal neergeploft op de comfortabele leren stoelen van de Kyuushuu-shinkansen hing ik voorover en was ik vrijwel snel van de kaart. Wakker werd ik weer op Hakata (Fukuoka) en na een snelle overstap zou het slechts anderhalf uur duren om naar de andere atoombom-stad te reizen.

Ik moest goed kijken of ik niet bij een of andere pauper, boerengat uitstapte, want het station van Hiroshima was niet te vergelijken met een Kyoto, Nagasaki of laat staan Tokyo. Hoe dan ook, ervan uitgaand dat ik goed zat begaf ik me naar de uitgang en zag.. beton. Hiroshima werd volgens mij redelijk snel en industrieel opgebouwd na de val van de bom. Ietwat teleurgesteld door het aanzicht troostte ik mezelf door te bedenken dat ik gewoon chagrijnig was omdat ik een paraplu mee had gesleept die ik waarschijnlijk niet zou gebruiken, mijn rokje steeds omhoog kroop door mijn rugtas en ik nog een ruim uurtje naar mijn hostel moest lopen..

Nadat ik als een stereotype toerist, turend in mijn reisgids, me door de straten van Hiroshima waande (ik tuurde zo hard, dat ik bijna tegen een paal op was gelopen. Vrouw), bedacht ik me wat ik wilde gaan zien voordat ik zou inchecken. Zo stuitte ik heel toevallig op het kasteel van Hiroshima. Je kan er geen boek over schrijven, maar het is wel cultureel verantwoord.
Daar is die dan..

Ik verveelde me al gauw, omdat kastelen me om een of andere reden niet veel interesseren. Een van de redenen om naar Hiroshima te gaan was voor mij vanwege het beroemde Vredespark en Atoombom-museum. Daarom probeerde ik me op een redelijk tempo in die richting te begeven.

Tijdens deze queeste stond ik tegenover de beroemde Atoombom-koepel waarvan de, op 6 augustus 1945 door de atoombom verwrongen metalen, skelet nog triomfantelijk aan de gracht stond. In een surrealistische waas liep ik er een rondje omheen en bedacht ik me hoe bizar het was dat ik op dezelfde verwoeste grond als ca. 64 jaar stond.

Aanzicht vanaf een brug

Symboliseert het voor mening inwoner van Hiroshima de vrede of herinnert het aan de verwoestende kracht van de atoombom?

Oorspronkelijk was de A-Dome de Hiroshima Prefectural Industrial Promotion Hall

Nadat ik vanuit iedere mogelijke hoek een foto had geschoten van de Genbaku-Domu vond ik dat het tijd werd om mijn bagage te dumpen. Zoals een echte vrouw, liep ik twee rondjes om locatie X heen voordat ik daadwerkelijk mijn hostel had gevonden.

Nadat ik naar binnen was gelopen vroeg ik aan de Japanse, die vloeiend en accentloos Engels sprak, of ze daadwerkelijk een Japanner was. Daarna werd ik al gauw naar mijn dormitory begeleid waar ik begroet werd door een immense onderbroek, die uitgespreid op de futon van mijn afwezige buurvrouw lag. Als een echte circustent..

Met Rapid-Brow-Movement maakte ik me gauw uit de voeten vanuit de, naar mijn smaak veels te internationaal gerichte, hostel. De hoeveelheden stereotype Amerikaantjes waren te aanwezig.

De lijst vol dingen die ik als angstig ervaar is redelijk lang, maar dat terzijde. Ik ging dus naar het Atoombom-museum en ik had er veel zin in! Dit klinkt luguber, maar zoals je al weet heb ik een ziekelijke interesse in oorlogsmonumenten en musea. Vraag me niet waarom, want ik ben er zelf ook nog niet achter. Maar goed, ik kocht een entreekaartje en tot mijn grote verbazing was het museum een ware heksenketel. Massa's, en dan ook massa's Amerikaantjes en Fransen stonden luidruchtig voor alle bordjes foto's te maken. Ik begreep al niet zo goed waarom er überhaupt foto's mochten worden gemaakt en vond ik het uiterst ongepast dat mensen zo luidruchtig aanwezig zijn. Ook had ik mijn lengte niet mee, want ik kon daadwerkelijk niets lezen.

Lichtelijk geïrriteerd ging ik de trap op om een andere afdeling te bekijken, maar mijn irritatie stagneerde omdat er twee lompe, pardon my french, wijven, zonder maar iets te bekijken van alles foto's zaten te maken en ook nog eens uitspraken zoals: "Yeah, this could've been prevented if they haven't bombed Pearl Harbor" deden .. Stelletje lompe zwijnen, de aanval op Pearl Harbor is toch niet te vergelijken met een atoombom die nog decennia later de gezondheid van mensen negatief beïnvloedt? Gatverdamme zeg! PIGS!

Om een lang verhaal kort te houden; ik ging er sneller doorheen dan dat ik had gedacht. En om de depressie van me af te schudden besloot ik naar het centrum te gaan. Wat me meteen opviel waren de groepjes mannen in pak die in het midden van winkelstraatkruispunten met een aantal telefoons in de gemanicuurde handen stonden. Ik had meteen door dat deze gladde heren 'hosts' waren, en dat is een nette term voor 'gezelschapsheren' die een avond met je doorbrengen. Dit is uiteraard tegen betaling en er is meestal geen sprake van seksuele activiteiten.

Vanuit de Starbucks observeerde ik deze heren in hun natuurlijke habitat en zag ik sporadisch meisjes verschijnen, werd er gebabbeld en werden er afspraakjes gemaakt. Inderdaad, met meerdere tegelijkertijd. De "man-host" is daadwerkelijk een interessant wezen.

Nadat de host zijn habitat had verlaten had ik ook niets meer om te observeren, dus besloot ik maar naar het hostel terug te keren. Eenmaal terug babbelde ik met wat mensen, en was ik best verbaasd over het feit dat veel mensen docent Engels op Kyuushuu zijn. Blijkbaar kun je, als Engelse native speaker, een maximale vijfjaarcontract krijg om Engels te doceren. Accommodatie wordt vergoed en je hoeft niet eens goed Japans te spreken.

Eenmaal op mijn kamer mailde ik het thuisfront in Nagasaki dat ik met drie enorme vrouwen op de kamer lag en ik bang was dat ik 's nachts zou worden opgegeten..

Miyajima

Op dag twee van mijn reis stapte ik op de tram en ging ik richting haven. Waarom? Om met de ferry naar het heilige eiland Miyajima te gaan. Miyajima is een heilig Shinto-eiland waar er blijkbaar geen mensen op mogen worden begraven. Er mogen ook geen kinderen op worden geboren, maar ja, wat als de nood hoog is? Maar goed, how would one know for sure? Ik lag er niet wakker van, want ik wilde een gezellige, zonnige middag rond de Itsukushima-schrijn en die prachtige, drijvende toorii beleven.

Miyajima eiland

Het bijzondere aan die toorii (rode poort) is dat er tijdens eb onderdoor kan worden gelopen en het tijdens vloed in zee lijkt te drijven. Ik heb ook gemerkt dat er wel meer dan een uur overheen gaat voordat het vloed wordt..

Ik vermaakte mezelf ondertussen door de schrijn binnen te gaan en wat prachtplaatjes te schieten.

Binnenkant Itsukushima-schrijn, als het vloed is staat het vol water

Ik heb twee woeste mannen gestrikt om deze foto te maken

Voorkant van de schrijn

Toorii tijdens eb

Nadat het tot me door was gedrongen dat het redelijk lang duurt voordat het vloed wordt besloot ik wat specialiteiten te proeven. Zo genaamde Momiji-manjuu is een cakje in de vorm van een herfstblaadje met een inhoud van zoete bonen-pasta. Het is tevens een Hiroshima-specialiteit, maar op Miyajima werden de cakejes in allerlei smaken verkocht, en dat wilde ik uiteraard proberen. Na wat ingekocht te hebben besloot ik te chillen op een bankje met het uitzicht op de toorii. In de veronderstelling dat ik op mijn gemakje, onder het genot van een muziekje mijn cakejes zou kunnen opeten, kreeg ik de schrik van mijn leven toen mijn tas bruut werd aangevallen door een hongerige hert. Tja, die lopen er los.. monsters!

Met trillende handjes probeerde ik mijn tas op te pakken en te vluchten, maar jammer genoeg zat het vast aan de bank (!) met als gevolg dat de helft van mijn cakejes sneuvelden aan de kaken van dat zogenaamde heilige beest. Heel veel mensen hebben ongetwijfeld van dit theater genoten..

Die smeerlap!

Eindelijk vloed ~

Blaadjes zijn beter voor je dan cakejes van toeristen, vent

Na mijn vernedering besloot ik nog even een rondje door de winkelstraat te maken, nog wat vloed-foto's te maken, schaafijs te eten en terug te keren naar het vaste land.

Gelukkig kwam ik de eigenaar van de immense onderbroek tegen op de ferry en moest ik zo'n gedwongen gesprek voeren. Je weet wel, zo eentje waarin je quasi-oprecht moet glimlach en geïnteresseerd moet doen en alles.. gelukkig duurde de tramrit maar drie kwartier.. onze wegen splitsten zich toen ik vertelde dat ik voordat het donker zou worden nog even wat tempels wilde zien
. Dit was overigens geen leugen, maar de tempels bleken begraafplaatsen te zijn, dus ging ik maar de naar de meest hippe Starbucks van Hiroshima. De Starbucks in het NHK-gebouw. En hoewel ik bezweet en underdressed was kon ik daar twee uur chillen en reflecteren over mijn geworstel met die hert.

Iwakuni

Op dag drie dacht ik dat het wel avontuurlijk zou zijn als ik, met al mijn spullen, onder de hete zon naar het station zou lopen. Ik had de afstand onderschat en was harstikke kribbig vanwege het gebrek aan voedsel, maar ik moest doorbikkelen vanwege tijdnood. Ik wilde namelijk naar het stadje Iwakuni (rotsland/rotsprovincie) gaan. Het is een boerengat op ongeveer een uur van Hiroshima verwijderd, maar het staat bekend om die-ene-mooie-brug.

Volkomen bezweet, aangekomen op het station van Hiroshima, dumpte ik mijn spullen in de enige vrije locker en kocht ik treinkaartjes voor Iwakuni. Vergezeld door allerlei bejaarden tuurde ik uit het raam terwijl de trein langs lege stations raasde. Drie kwartier later kwam ik aan bij Iwakuni-eki en krabte ik op mijn bol omdat ik dacht dat ik een hooibaal voorbij had zien rollen.

Omdat ik volkomen verlamd was door de schrik van de "country side" kocht ik buskaartjes om naar de Kintaikyou-brug te gaan. Het leuke was, dat ik niet precies wist waar ik uit moest stappen en dat de bus echt in the middle of nowhere reed. Zulke ervaringen zijn meestal zowel avontuurlijk als zenuwslopend, maar gelukkig kwam het goed met me omdat ik vanuit de verte de brug zag.

Al die moeite? Welnee hij is prachtig! De 錦帯橋 (kintaikyou)

Aan de andere kant van de brug had je een groot park met allerlei rozentuinen, tempels, schrijnen, begraafplaatsen en fonteinen. Ik heb allerlei artistiek-verantwoorde foto's gemaakt.



Ik zou graag allerlei spannende verhalen over het park willen vertellen, maar die waren er gewoon niet. Natuurliefhebbers zou het prachtig vinden. Ik chillde in de schaduw met een schaafijsje.

Vakantieafsluiter!

Content door het uitzicht vond ik het wel mooi geweest, dus begaf ik me weer richting Hiroshima. Eenmaal daar besloot ik om nog even een Hiroshima-fu okonomiyaki te eten (Hiroshima stijl, Japanse hartige pannenkoek) en wat Momiji-manjuu te kopen. Omdat ik in het station bij een traditioneel zaakje stond te gluren begon de aardige mevrouw tegen me te praten. Ik vertelde haar dat ik in Nagasaki woonde en Japan helemaal tof vond, zij vond me schattig, vond me Japans goed en besloot me een aantal cakejes cadeau te doen. Ik bedankte deze lieve mevrouw en ging richting shinkansen, om terug te keren naar geliefde Nagasaki.

Impressie van Hiroshima?
Steekwoorden: beton, gigantische Amerikaantjes, man-whores en attaquerende herten natuurlijk.