maandag 23 maart 2009

Double B-day Bash, Bonen en ナンパ

Verjaardagsfeest in Izakeya

Zo ben ik onlangs weer 22 lentes jong geworden, vandaar deze korte B-day verslag ~

Nou ben ik op 13 maart jarig en wilde ik mijn verjaardag uiteraard met mijn geliefde Nagasaki-familie vieren. Ook onze San-chan is midden maart jarig, namelijk de 11e, daarom besloten we onze verjaardagsfeesten keihard te fuseren op 12 maart. Locatie? Uiteraard onze favoriete izakaya genaamd Izakeya.

Rond tienen gingen we met een gigantische groep mensen richting Sumiyoshi om doldwaas feest te vieren. Van de partij waren ook twee Japanse voetbal vrienden van Martijn en Sander, en man-vrienden zijn uiteraard meer dan welkom. Eenmaal in de Izakeya werden we hartelijk ontvangen door onze vriendelijke vriend Hide.

Na wat geproost kwam het leuke gedeelte; cadeaus! Uiteraard eerst San-chan, want ik was technisch nog niet jarig. Wel awesome dingetjes gehad zoals; een kickass roze, met sakura-versierde Starbucks tumbler van Matthias, de meest relaxte teensokken van Sander en mijn nieuwe verslaving; een Mameshiba knuffel en boekje met schattige feitjes van Martijn en zijn schattige chick Maki.

Verder wat manga, wat voor kun je natuurlijk wel raden u_u .. leuke dingetjes gekregen!

Ik wil even uitwijden over Mame-shiba! 枝豆/Edamame zijn groene bonen die je uit de schil moet zuigen of knijpen, en omdat sommige mensen dit gevoel zo relaxt/orgastisch vinden zijn er replica bonen op de markt die je hoe vaak je maar wilt kan uitknijpen! Ook ik ben gevallen voor deze aandoenlijkheid..

Hij huilt denk ik van blijheid

Ook Hide was wederom erg gul; zowel ik als Sander kregen een fles wijn en lekkere gebakjes met kaarsjes. Ook werd het licht gedimd en werd er voor ons met volle borst gezongen door de aanwezigen. Superavond gehad!

Nu het tweede gedeelte van deze post.. Is men bekend met de term nampa/nanpa? Ik ben zo van mijn a propos vandaag dat ik het simpelweg niet kan laten om erover te bloggen. Een nampa is een gozer die random vrouwen op straat aanspreekt met de intentie om ze mee uiteindelijk mee te nemen naar een Lovehotel. Er is ook een gyaku-nan (een omgekeerde nampa, een vrouw) die schandalig willekeurige mannen aanspreekt.

Zo werd ik in mijn tocht naar de You Me Saito ruw verstoord door een random gast die mijn vier vragen stelde:"学生ですか?何歳ですか?どこに行くか?一緒に遊ぶか" Ben je een studente? Hoe oud ben je? Waar ga je heen? Zullen we samen spelen? (letterlijk vertaald dan, het betekent eigenlijk 'wanna hang out' of iets in die trant). Dat ik dit nog mee mocht maken in het vredige Nagasaki. Nou vond ik die gast meteen een treurtoeter en zei dat ik hellsno in zijn auto zou stappen. Toen ik hem had geloosd moest ik nog een half uur lachen. Wat een gast!

Geen woorden..

donderdag 12 maart 2009

Yabei Okinawa; Nautische en Tropische Gevoelens

Het prachtige Okinawa

Ik ben momenteel verbrand op delen waarvan ik dacht nooit verbrand te kunnen zijn. Mijn neus is te vergelijken met een zeker wereldberoemd kerstbeest en mijn huid brandt als een gloeiende kookplaat. So worth it! Ik ben namelijk net terug uit het wonderschone Okinawa! Bij deze, geniet van mijn verslag van de plaats waar de mannen mannelijker zijn, de oceaan mooier is en de levensstijl relaxt is!

De Okinawa-reis zou een tweepersoons-trip zijn, omdat enkel Maaike en ik de interesse en de financiën hadden om maar het liefst zes dagen door te brengen op dit tropische eiland ten zuiden van Japan. We boekten onze vliegtickets een maand geleden en hadden het geluk dat onze heenvlucht 's ochtendsvroeg was en onze terugvlucht 's avond laat zou zijn. En 's ochtendsvroeg, betekent daadwerkelijk at the crack of dawn.. Nou was mijn slaapritme al enigszins off track, omdat ik telkens weer rond vieren naar bed ging en ergens in de middag opstond. Nou was het erge aan de dag voor vertrek dat ik nog samen met Rolf 'Slumdog Millionaire' tot drie uur 's nachts had zitten kijken en eigenlijk twee uur later moest opstaan, maar ik ben een bikkel met het volledige vertrouwen in mijzelf dat ik minstens een hele dag op mijn voetjes kon blijven staan. Met dit zelfvertrouwen stond ik daadwerkelijk om half vijf op en pakte nog wat dingetjes in. Een uur later vertrokken Maaike en ik richting bushalte en werden we nog uitgezwaaid door Glynis en Rolf.

Eenmaal op het vliegveld waren we een tikkeltje te vroeg en besloten we te chillen in de Starbucks. Eenmaal incheckt en wel konden we al gauw gaan boarden en na een redelijk spannende vlucht (ik kreeg zoveel hartkloppingen toen er voor de zoveelste keer turbulentie was) landden we al na anderhalf uur in Naha, de hoofdstad van Okinawa!

Dag 1: "Het hostel is ZO pauper, pauper de pauper en het stinkt naar voeten" en 国際通り

Om toeristen te lokken, geef ze eens ongelijk! Ziet er goed uit!

Nadat we onze tassen hadden geclaimd gingen we richting monorail, want Naha kent geen treinen of de metro; enkel een super hightech monorail dat men binnen een half uurtje van A naar B brengt. Het uitzicht was daadwerkelijk te genieten. De Amerikaanse gevechtsbases die in de verte te zien waren ook wel, want wist je dat Amerikaanse legerbases 40% van Okinawa beslaan? En omdat ik in het tweede semester van het tweede jaar in Leiden mijn sociologie paper over hoe afhankelijk Okinawa van deze bases is had geschreven wakkerde dit soort uitzichten instant mijn interesse aan.

Monorail in Naha

Aangekomen bij onze halte ervaarden we al gauw onze eerste anticlimax: het regende als een malle! Toch wel balend, gingen we maar meteen op zoek naar ons hostel genaamd 'Base-Okinawa'. Met mijn geweldige kwaliteiten om de route te omschrijven en te navigeren kostte het wat tijd om het te vinden. Het hostel zelf was een jawdropping experience, want het werd gerund door leuke Japanse mannen die onze loodzware tassen naar onze dormitory sjouwden. Nadat ik die jongen een "tsuyoi desu ne" (wat ben je toch sterk ;) )toewierp, wuifde hij dit verlegen af en opende onze deur.

Ik hield mijn adem in.

Niet alleen was deze vierpersoonskamer even groot als mijn kamer hier, maar het dekbedovertrek leek meer op een zesmaanden oude theedoek en het kussen was een pittenzak, maar dan minus pitten en plus plastic vierkantjes. Ok, dacht ik bij mezelf, in het donker zie je geen details (ik wil een foute grap maken, maar doe maar niet) en we zouden hier toch alleen 's nachts zijn.. Echter, toen ik mijn huidige situatie prachtig wist te relativeren werd de badkamerdeur geopend. Te zien; een ongelooflijk ranzige vloer met als decoratie alle haarkleuren van de regenboog, een WC waar je de stop steeds op zijn plek moest zetten omdat het dan anders niet zou gevuld zou worden en soppige, smerige slippers die immiddels de voeten van iedere Okinawa-backpacker gezien hebben. Ah.. lame!

Na onze spullen gedropt te hebben besloten we de buurt te verkennen. Toen we een paar honderd meter verder liepen en op clubtitels zoals 'Cream' en 'Manzoku-city' (satisfaction city) stuitten, wisten we dat we niet helemaal goed zaten. We hadden ook wel honger, maar hadden het geluk om de meest geniale bentou-zaak van heel Naha tegen te komen! In dit kleine tentje, gerund door Chinezen, kon je je eigen bentou samenstellen. Mijn favorieten waren: gefrituurde tofu met hete saus, varkensvlees in zoet-zure saus en wat groenten met wat goddelijke saus. We kwamen hier tijdens onze Okinawa-week een stuk of vier a vijf keer. Het is alleen jammer dat we onze spaarkaart nooit vol zouden krijgen! ;_;

Na goddelijk te hebben gegeten gingen we meteen richting Kokusai-doori (internationale straat), een waar toeristisch toevluchtsoord bestaande uit souvernierzaken, ijssalons, fastfoodtentjes en foute kroegen zoals 'La Bamba'. Terwijl we in de regen rondslenterden ontdekten we ook een afgedekte winkelstraat genaamd Heiwa-doori (Vredesstraat) waar ik ongelooflijk last van een déjà-vu. (Hama no machi-replica). Nadat we door hadden wat de Okinawaanse meibutsu (specialiteiten) zijn; shiyou chinsukou, goya, benimo (zoute koekjes, een hele bittere komkommer, zoete aardappel) besloten we ijs te eten en langzamerhand terug te keren naar het hostel.

Bijna aangekomen bij Base Okinawa stonden we oog in oog met een heus artificieel strand, aan een snelweg nota bene! We besloten met onze konbini-avondeten aan dit strand te zitten en te genieten van de prachtige.. snelweg.


黙ってるじゃん!Is dit bedrog of wat?!

Eenmaal in de gemeenschappelijke ruimte van het hostel had ik de neiging om naar het thuisfront te rapporteren, dus mailde ik Rolf de subtitel van deze paragraaf..

Dag 2: Monsterlijke eenden, de Okinawaanse man, 首里城(Shuri-kasteel)




Poort vlakbij het Shuri-kasteel

Omdat Maaike en ik cultureel-verantwoorde dames zijn besloten we het prachtige, knalrode Shuri-kasteel te bezoeken. Na wat ontbijt bij onze nieuwgevonden liefde (het bentou-zaakje) gingen we met de monorail naar de andere kant van Naha. Al gauw vonden we een klein vijvertje en besloten daar wat plaatjes te schieten. Er was daar wel een overvloed aan eenden van monsterlijke proporties..

My God! What is it?!

Held op sokken ~!

We bekeken het kasteel, een prachtige poort en hadden een ijsje gegeten onder het genot van een geweldig uitzicht.


Het Shuri-kasteel

Uitzicht over Naha en de bijhorende stijgers..

Helemaal 満足 (content) gingen we wederom naar Kokusai-doori met een missie om Okinawa-soba te eten. We waren op zoek naar een specifiek tentje, maar konden die natuurlijk niet vinden, dus doken we een of ander klein zaakje in. Eenmaal binnen, raakten we aan de babbel met een gast en de eigenaar. Ik was voornamelijk geïnteresseerd in hoe Okinawanen over de Amerikanen hier dachten, want 40% van Okinawa is base en er lopen nou eenmaal veel yankees rond. Tot mijn verbazing vertelde meneer mij dat menig Okinawaan alles best vond, omdat hij subsidie van Tokyo kreeg. De toeristische kant van Okinawa vond hij prima, want dat brengt geld in de la en de Amerikaanse aanwezigheid vond hij wel allemaal best. Ik slurpte aan mijn soba met een opgetrokken wenkbrauw, want dat was niet de reactie die ik anticipeerde. Blijkbaar zijn er geen hard feelings naar de yanks toe. Ik generaliseer natuurlijk niet, want dit is enkel de mening van een willekeurige meneer in een soba-tent.

Na iets van anderhalf uur gebabbeld te hebben met deze twee heren kwamen Maaike en ik in de Starbucks terecht. Slurpend aan mijn koffie bekeek ik de Okinawaanse mannen die in grote getalen over straat liepen. Drie gedachtes spookten rond in mijn hoofd; 1) mijn god, hier zijn veel meer mannen dan vrouwen, ik moet oppassen dat ik geen bloedneus krijg! 2) mijn god, die gasten hier zijn zo veel langer, breder en gebronsder dan de hoofdeiland-Japanners. (Dat leg ik even uit; Okinawanen zijn o.a een mengelmoes van andere Aziatische landen) 3) mijn god, ze zijn hier niet schuw, maar durven naar Westerse vrouwen te kijken! (Dit dacht ik toen een voorbijganger naar me zwaaide. Dios mio..)

Dag 3: Historisch-verantwoord, Ronny de Ierse hooligan en Amerikaanse mini-mariniers

Melancholia, deshou?

Waar ik al een tijdje voor zat the lobbyen was een bezoek aan het Vredesmuseum en Memorial Cornerstone of Peace. Dit grote park ligt ten Zuid-Oosten van Naha, dus redelijk ver weg, waardoor we een busritje moesten maken. Het regende op de dag zelf afschuwelijk, maar dit zou nooit te nimmer onze historisch-verantwoorde dag verpesten. Dus, de bikkels die we waren liepen door de regen naar het busstation. Onderweg werden we gewenkt door een taxi-chauffeur die ons wel soort van korting wilde geven. Nog iets specifieks Okinawaans, nergens in Japan heb ik zulke agressieve taxichauffeurs gezien. Ze rijden gewoon keihard naast je als ze merken dat je Naha niet helemaal begrijpt. Schurken! Maar aan de andere kant, Naha is nou eenmaal afhankelijk van de tertaire sector genaamd toerisme.

Toevallig waren we een beetje lui die dag, dus besloten we om met de taxi richting Zuid-Oosten te gaan. Het begon harder te regenen, daarmee werd ik gedwongen om 500 yen neer te leggen voor een crappy paraplu bij een of andere groenteboer. Nou, het moest maar.

In het Memorial Peace Park kon ik mijn ietwat frappante hobby uitoefenen; oorlogsmonumenten bekijken. Van Maaike mocht ik niet meer zeggen dat ik het leuk vond, maar dat ik het interessant vond. Dit probeer ik op de dag van vandaag mezelf aan te leren.

Memorial Cornerstone of Peace bij de Slagvelden van Okinawa

Vredesmonument

Het sombere weer weerspiegelde de hele atmosfeer rondom het Peace Park. De Pacifische Ocean dreunde woest tegen de rotsen waar we op stonden.

Dramatische rotsen

Uiteraard gingen we ook naar het museum. Ik ben blij dat ik ben geweest, want het was daadwerkelijk educatief; er werd ook gelukkig benadrukt hoe de gewone Okinawanen leden onder de oorlog. Dit werd voornamelijk weergegeven door de meest verdrietige, hartbrekende foto's.

Nadat we het museum hadden bekeken besloten we terug te keren naar Naha. Terug in het hostel kwamen we een bepaalde figuur tegen die we al op dag 1 hadden ontmoet. Die gozer is stereotype der stereotypen; een roodharige Ier die trots vertelde hoe lam hij wel niet op iedere dag van de week was. Laten we deze figuur Ronny noemen (nouja, eigenlijk heet hij ook zo..) en Ronny nodigde zichzelf uit voor eten, dus we namen hem mee naar een tentje vlakbij het hostel.

Hoewel Ronny als je standaard voetbalhooligan oogt heeft hij veel meegemaakt in Azië. Zo gaf hij Engelse les in China en maakte zelfs die recentelijke, grote aardbeving mee. In Japan woont hij in Osaka onder het mom van 'docent Engels' en nu vierde hij vakantie op Okinawa. Wat hij in Ierland voor beroep uitoefent? Hij is kok! Verder, die gast is ongelooflijk lomp, zo moest hij zijn Softbank prepaid kaart opladen, maar omdat hij geen woord Japans sprak vroeg hij of we even na het eten meeliepen naar de conbini. Onderweg zat hij te haten op Softbank en noemde het zelfs "Softwank", waar ik al een poos om moet giechelen.. Hoe dan ook, zijn ongeduldigheid toen het arme personeel zijn kaart opwaardeerde was een beetje beschamend en ik voelde dat ik me in het Japans moest veronderschuldigen voor zijn barbaarse gedrag. Toen hij vroeg of we met hem ladderzat wilden worden, hadden we zoiets van.. neh.. en loosden hem bij het hostel.

Omdat wij heel creatief zijn gingen we weer eens naar Kokusai-doori en kwamen uiteindelijk bij de Starbucks terecht. Na een poosje daar te hebben gezeten besloten we richting huis te gaan.. totdat er een zekere .. "Hey ladies, how ya doin!" in mijn oortje echode. Ik was helemaal van mijn a propos toen ik omsingeld werd door drie Amerikaantjes die een hele schattige poging deden om ons, Westerse vrouwen, te versieren. Mijn primaire reactie was:"vent, flikker op", maar ik had ook weer eens zin om een drankje te doen en ze leken aaibaar, dus waren we uiteindelijk met zijn vijven in een of andere Amerikaanse tent beland.

De drie jongetjes waren best wel karikaturesk en stereotype, bijvoorbeeld: namen: Paul Smith, Patrick en John. Toen ik ze een beetje opfokte door steeds "Are you old enough to drink?" te zeggen zeiden deze 18, 19 en 21-jarigen dat ze heuse "marines" waren, en "Marines are the toughest moddafokkers around!"

"If I'm old enough to go to Afghanistan, then I'm old enough to drink a beer" zei Patrick die zo zijn best om mij mee te krijgen naar zijn base. Ik proestte een beetje toen hij vertelde dat ze een curfew hadden en op klokslag 12 terug moesten zijn. Te laat waren ze allang, achja dan maar de volgende dag 500 push-ups en de wc's met tandenborstels schrobben. Na een gezellige babbel en wat drankjes besloten we toch maar naar huis te keren. Het was wel superschattig allemaal en mijn beeld van Amerikanen is een klein beetje veranderd.

Dag 4: 名護って田舎en Ocean Expo Park

Zo schattig! Het glazuur springt van mijn tanden!

Heel ambitieus stonden we de volgende dag rond half 9 op, want vandaag stond een uitstapje naar het Noorden op de planning. Daar zou een leuke plek genaamd Ocean Expo Park zijn en we hadden wel zin om allerlei zeebeesten te bekijken. Zo zin dat we een drie uur durende busreis voor over hadden!


Voorzien van conbini-ontbijt gingen we naar de busterminal. De bus bracht ons naar het boerengat genaamd Nago, om daar over te stappen naar het park. Het zure was dat we heel erg van de laatste bus afhankelijk waren en als we die zouden missen zouden we tot in de eeuwigheid in the middle of nowhere gestrand zijn! Hoewel dat avontuurlijk klonk.. leek het me niet de leukste manier om de tijd door te brengen.. hoe dan ook, we hadden maar een miezerige twee uurtjes om in het park rond te lopen! Gaar!

Het oogt zo prachtig, maar meer dan een derde staat in de stijgers

Wel hadden we wat tijd om plaatjes bij de oceaan te schieten en wat zeebeesten te bekijken.

Oceaan!

Dolfijnen

Tja.. toen moesten we de bus hebben. Beetje jammer, maar het regende tenminste amper!


Dag 5: Tropische regenbui en natte sokken!

Op advies van een dormitory-genote en omdat het ons awesome leek, wilden we plekken op een ferry naar het wonderschone eiland Zamami regelen. Het leek ons verstandig om uit te vissen waar de ferry vanaf vertrok en of het überhaupt door ging, gezien alle recentelijke regenbuien.

Enigszins met een omweg bereikten we Tomari-haven, gelukkig kregen we te horen dat er de volgende dag een ferry naar Zamami zou gaan en dat het weer flink zou opklaren. Dit was het enige lichtpuntje van de dag, want ik was zoo chagrijnig. We hadden nog niet ontbeten en we waren doorweekt! Het is een immens klotegevoel om door de straten van een onbekende stad te struinen terwijl het keihard op je neer regent en je crappy paraplu om het punt van sterven staat. Alles, maar dan ook alles was doorweekt. Ik heb gewoon vierentwintig uur lang op natte sokken gelopen! Damn it!

Na te hebben ontbeten bij onze favoriete bentouya besloten we helemaal niets te doen behalve shoppen en ijs eten!

In het winkelcentrum genaamd Ryubo ontdekten we heerlijke cakejes (tayaki). Ik had er een met maccha!

Tayaki met maccha-smaak, godddelijk

Wat een loze, zaad dag.

Dag 6: 座間味、leuke, intelligente mannen, pracht & praal~

Azuurblauw water bij Zamami-eiland

Het weer was wonderschoon! Niets stond ons in de weg, omdat we eindelijk naar een werkelijk stuk paradijs in de Pacifische Oceaan zouden gaan! Onze ferry zou om 10 uur vertrekken en over een kleine twee uur op het eiland Zamami arriveren. Zamami is een van de grootste eilanden in de buurt bij Okinawa. Er zijn wel wat mensen, dus je zou het niet echt onbewoond kunnen noemen. De andere kleine eilandjes zijn dat wel en het lijkt me gewoonweg geniaal om er een keer naar toe te gaan.

Zamami-ferry

Haven van Tomari

We klommen op het dek van de ferry, trokken onze schoenen uit en genoten van het adembenemende uitzicht. Ik dutte zelfs even in, maar werd ruw gewekt toen er een horde mensen op me afstormde. Er waren blijkbaar walvissen gespot en iedereen moest natuurlijk kijken. Ik krabbelde overeind, maar kon natuurlijk geen mallemoer zien behalve de walvis zijn spuitgat (?)

Toen ik mijn schouders ophaalde en om me heen keek zag ik dat de luidruchtige groepje kerels mij met een blikje bier wenkte. Mijn eerste reactie was natuurlijk: " Huh, wie ik?" gelukkig bedoelden ze mij en wandelde ik al gauw naar de andere kant van het dek. Ik riep Maaike om er ook bij te komen zitten en zo kregen we al gauw blikjes bier in onze poezelige handjes gedrukt. Het tweede blikje had ik niet moeten drinken.. amper ontbijt + bier + zon = yabeei! En het was niet eens 12 uur 's middags.. gezellig, dat wel.

Deze leuke groep van zes mannen hadden een heuse survival-tocht op een eilandje vlakbij Zamami gepland. Stuk voor stuk waren het mannelijke mannen in de leeftijd tussen de 22 en 30 jaar. Perfect! Het waren voornamelijk studenten vanuit Okinawa, Nagoya, Tokyo en een ander gat. En, zoals in iedere groep zit er een vrolijke, gezette jongen. Wij moesten dan ook erg lachen toen hij zichzelf als "Brad Pitt" voorstelde.

We hebben heel leuk gebabbeld totdat de mannen plotsklaps vroegen wie er het populairst in Nederland zou zijn. Dit soort vragen zijn natuurlijk gevaarlijk, want je wilt niemand kwetsen en daarom was ik trots op mezelf toen ik zei dat ze allemaal kakkooii waren (stoer/leuk/woest aantrekkelijk). Dit soort ego-strelende opmerkingen werden natuurlijk op prijs gesteld.

Later maakten we foto's en wisselden telefoonnummers uit. De biertjes bevielen ook prima.

Drie van de zes leukerds

Jammer genoeg moesten we afscheid nemen van de mannen, omdat zij de andere kant op gingen en wij het strand gingen opzoeken.

Is dit niet het prachtigste uitzicht ooit?

Het strand was daadwerkelijk perfect! Ik kleedde me ergens stiekem om en ging natuurlijk keihard zwemmen!

Tropisch paradijs! Lost-ish

Het was begin maart, maar de temperatuur is te vergelijken met eind juli in Nederland

Wij waren wederom tijdsafhankelijk en moesten al over een miezerige vier uur op de ferry zitten. Echt zonde, want ik heb nooit het genoegen gehad om op zo'n mooie plek te zijn en wilde er echt langer blijven. Hoe hartbrekend ook, shou ga nai.
Dag paradijs ;_;

Voor ons vertrek hadden we nog even schaafijs gegeten.

We hadden het (on)genoegen om onze terugreis op een snelle ferry te maken: daarmee duurde het maar 50 minuutjes naar Tomari-haven. Ik voelde me erg "nautisch", zo met mijn haartjes in de wind op het dek. Het weer sloeg een beetje om, de zon verstopte zich achter talloze wolken en de golven waren toch wel redelijk woest. Na deze wilde rit had ik volgens Maaike "touwhaar" waarna we meteen op zoek gingen naar een spiegel ergens in Tomari. Voor de spiegel kreeg ik de schrik van mijn leven, want ik was ongelooflijk verbrand. Gezicht, benen, schouders en HANDEN(!), compleet crispy fried. Niet zo woestaantrekkelijk dus..

Yabee~ terugreis

Ik kreunde die avond alsmaar, want ik leed pijn. Pijn lijden maakt wel hongerig, dus besloten we tacoraisu te gaan eten. Wat er allemaal in zo'n ding zit lijkt me vanzelfsprekend. Ok, het is een taco gevuld met rijst. Best wel verdomd lekker, die combinatie van Spaanse fastfood en het dagelijkse portie eten van menig Aziaat.

Dag 7: Excentrieke ijscoman, samples eten en terugreis


Meest schattige Son Goku, ergens bovenop een random tentje

Goed en slecht nieuws op dag 7. Het goede nieuws was dat onze vlucht pas om 19:40 ging en het slechte was dat we terug moesten naar Nagasaki!

Na een laatste bezoek aan onze geliefde bentouya besloten we alsnog iets te doen wat wel op de planning stond maar nog niet gelukt was; de Underground Naval Headquarters bezoeken. Het is een ondergronds complex/museum met nog wat intacte dingen sinds de Slag om Okinawa. Denk aan 'The Letters from Iwo-Jima' met die charismatische Ken Watanabe.

Ingang Headquarters

Vrouwen die we zijn.. het duurde wederom eventjes voordat we het hadden gevonden.

Het indrukwekkendste aan het museum waren de gaten in de muur in een bepaalde ruimte waar mening militair een granaat tegen zijn helm aansloeg om zelfmoord te plegen..

Gaten in de muur veroorzaakt door granaatscherven

Er waren ook ruimtes waar soldaten staand moesten slapen, omdat er niet voldoende ruimte was.

Ik ben blij dat ik was geweest en mijn frappante hobby kon uitoefenen. Oorlogsmonumenten bekijken. Wat? Ik vind het intrigerend.

We keerden eerder dan verwacht terug in Naha en besloten om een laatste keer overheerlijke ijs te eten bij Kokusai-doori. Voor de vierde keer deze week stapten we het ijssalon binnen en werden begroet (of uitgelachen?) door de vriendelijke ijscoman. Maaike vind hem vet en excentriek en wilde zijn levensverhaal weten, dus onder het genot van onze ijsjes bedachten we zijn levensverhaal.

De enige sneaky foto die ik van onze vriendelijke ijscoman durfde te nemen

Ik vond dat hij Yuuji moest heten en dat hij het liefst op slippers door de straten van Naha struint. Maaike vond hem meer een Kentaro die nog thuis woont met zijn ouders en katten. Ook doet hij aan yoga en heeft een excentrieke levensstijl. We zullen het jammer genoeg nooit weten..

Na afscheid te hebben genomen van onze vriendelijke vriend wilden we nog wat last-minute omiyage kopen. Het geweldige aan eetbare omiyage is dat je vaak mag proeven. En ja, uit elke bak een chinsukou-koekje kunnen graaien was goddelijk.

Rond zessen moesten we het kloppend hart van Naha genaamd Kokusai-doori verlaten om met de monorail naar het vliegveld te gaan. Afscheid nemen deed een klein beetje zeer, want Okinawa is super tof.. afgezien van het feit dat het 5 van de 7 dagen regende. Terugkeren naar Nagasaki was vreemd, want het was er zo koud! Hoe dan ook, ik heb in de oceaan kunnen zwemmen, heb leuke kerels ontmoet, heerlijk ijs gegeten en mijn beeld van Amerikanen is enigszins veranderd. Wat goed allemaal!