vrijdag 4 mei 2012

Geen woorden


De haven van Kobe
 Vergeef het me: ik begin nogal van hak op de tak en ruim een maand later dan verwacht, maar wat mij gister was overkomen is zo bizar dat het gewoonweg op digitaal papier neergezet moet worden. 

Een waarschuwing vooraf: het tweede gedeelte is geen fijn verhaal.. 

Daar gaan we.

De afgelopen week was het zogenaamd 'Golden Week' in Japan. Dat is een aaneensluiting van feestdagen waardoor men eigenlijk een week vrij krijgt van werk, school etc. Ter gelegenheid hiervan en omdat we elkaar al een maand niet hebben gezien, hadden Maryla (mijn klasgenoot uit Leiden en studiegenoot van Kobe University) en ik afgesproken met wat Masterstudiegenoten uit Leiden. Tessa en Alessandra kwamen uit Kyoto en Arthur uit Osaka. We hadden in Kobe afgesproken.

Maryla en ik waren nogal lui en kwamen om een uurtje of 3 in Sannomiya (het centrum van Kobe) aanzetten. Nadat we op de gang hebben gewacht en ondertussen genanpaad waren door wat heren in pak, besloten we naar de haven te gaan. 

Het weer was dreigend, dus we hebben niet al te veel activiteiten kunnen uitoefenen. We hadden een ritje in een reuzenrad gedaan, ons verbaasd over een zogenaamde petting zoo waar wat stonede beesten op een vierkante meter op elkaar stonden gepropt. 

In le Reuzenrad
Daarna begon het vrijwel meteen te regenen, Arthur begon te zeiken, was ik vrij hongerig, dus werd het een snelle back to base: Sannomiya.

Na wat cheape Yoshinoya, een soort van Japanse equivalent van de McD, alleen dan met rijst, begon de zoektocht naar een Izakaya. Nadat een of andere propper ons een homihoudai (all-you-can-drink) van 800 yen aanbood, besloten we zijn uitnodiging te accepteren. Het leek te mooi om te waar zijn! Twee uur lang je leven kapot terroriseren onder het genot alcoholische versnaperingen zoals cocktails, atsukan, bier, umeshuu en noem maar op. Genoeg munitie om alle kleuren van de regenboog te barfen. 

Drink all the things!
 Alle gezelligheid op een stokje! Na een dronken purikura-sessie gingen de klasgenoten met de trein naar huis en hadden Maryla en ik nog enigszins energie op een ijsje te scoren bij Baskin Robbins en lopend naar onze kuteiland te gaan. 

Om op ons artificiële eiland te komen, waar de gaarste studentenwoning ooit staat, moeten we met de zogenaamde Portliner reizen. De Portliner is een monorail die de bewoners van Port Island met het vaste land van Kobe verbindt. Het bizarre hieraan is, de monorail heeft geen bestuurder! Ik kreeg zowat een hartverzakking toen ik dat voor het eerst in de gaten kreeg. Door middel van technische hoogstandjes berekent de Portliner de afstand tussen haltes en versnelt of vermindert het snelheid om precies op de seconde af te arriveren op een halte. 

De rit duurt vanaf Sannomiya naar onze halte ongeveer een kwartier, maar omdat we ons zo goed voelden besloten we na twee haltes uit te stappen en lopend naar huis te gaan. We zouden over een brug lopen waar zowel autowegen als fiets- en voetgangerspaden waren. Het uitzicht is geweldig: je ziet de stad, overspoeld door gekleurde lichtjes.

Kobe Harborland
Maar nu denk ik: wat als we nooit uitgestapt waren?  .. 

Het bizarre gedeelte. 


We stapten dus uit de Portliner en waggelden lallend over de burg. Op een gegeven moment zagen we een paar sneakers tegen de reling van de brug staan. Dat kan. Mensen vergeten hun schoenen weleens in een dronken vlaag van gezelligheid. Naast de schoenen lag een plastic konbini-tasje met daarin een fles Smirnoff Ice en een pakje Marlboro sigaretten. Ok. Mensen vergeten spullen ook weleens.. 


Toen ik de spullen bestudeerde, schreeuwde Maryla tegen mij dat ik naar beneden moest kijken.


En wat ik daar zag.. Ik krijg gewoon kippenvel op het moment dat ik dit tik. 


Een lichaam van een jongeman.. Zijn hoofd omgeven door een plas bloed..


De afstand vanaf de brug tot aan de parkeergarage op de andere verdieping leek wel een meter of 5. 


Het moest zelfmoord zijn geweest..


Ik kon niet langer dan twee seconden kijken en kreeg een paniekaanval. Ik bevroor gewoonweg met mijn handen voor mijn mond terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. 


Was hij.. nog. Levend?


Terwijl ik verstarde, was Maryla veel dapperder dan ik en wenkte ze een Japanse man die ons tegemoet kwam. Hij moest de politie bellen! En wel meteen! Om een of andere reden deed hij dit niet en gaf hij ons enkel het nummer. 


Nadat Maryla had gebeld, kwam de politie al na vijf minuten. Een hele team: agenten, detectives, medisch personeel, forensisch personeel.. 


Wij werden ondervraagd: ze wilden alles weten. Hadden wij iets gehoord? Iets gezien? Hebben we reling aangeraakt? Het antwoord op de laatste vraag was ja en daardoor moesten we langer blijven. 


Ze namen ons mee naar het bureau, waar we onmiddellijk van elkaar werden gescheiden. Maryla moest een officiële verklaring afgeven en ik moest, om een of andere onbegrijpelijke reden, terug naar de crime scene


Serieus. 


Ik was bang en zat snikkend achterin een politiewagen. De agent reed onder de brug, naar de plek waar de jongen was gevallen. Ik moest uitstappen terwijl ze naar de plas bloed wezen. Ik snapte het niet. Waarom moest ik hier naar kijken?! Er lag niet alleen bloed.. Waar, fucking, om?! Ze zeiden dat ze een foto wilden maken en ik in de frame moest staan. 


Ik draaide me om, omdat ik er echt niet naar wilde en kon kijken en keek omhoog. De reling was amper te zien. Het was zeker wel 20 meter.. 


Toen namen ze me weer mee naar boven. Wat zijn dit voor procedures? Ze schenen met blacklight op de reling en lieten mij zijn vingerafdrukken zien. Het was te zien aan de positie van de vingerafdrukken dat zijn handen aan de andere kant van reling klauwden. Dit hield in dat hij inderdaad over de reling was geklommen en zichzelf liet vallen. Het was zelfmoord. 


Waarom kreeg ik dit te zien? Ze wilden weer foto's maken zeiden ze.. ik moest mijn handen in de frame positioneren. Mijn roodgeverfde nagels naast de plek waar hij zijn vingerafdrukken achterliet.. 


"Ik wil niet in de krant!" zei ik. "Nee hoor, dit is alleen voor het onderzoek," zei de fotograaf. We zullen zien.


Na deze bizarre reeks van gebeurtenissen brachten ze mij terug naar het bureau. Maryla was bezig met een verklaring terwijl een agent haar vingerafdrukken afnam. Vingerafdrukken van iedere vinger van iedere hand. Daarna de bovenkant van de hand, daarna de hele duim. Vervolgens de palm. 

Ik moest dit ook doen.. ondertussen luisterde ik een telefoongesprek af: een agent belde over de moeder van het slachtoffer. Dat ze contact met haar hadden. Ik schrok. 

Hij leeft nog. Maar voor hoelang? 


Wat als we nooit hadden gebeld? Wat als hij niet gered wilde worden? Wat gebeurde er in godsnaam vanavond. Waarom wij? 


We were at the wrong place, at the wrong time. 


Of juist andersom?


Lees ook dit artikel van de Japan Times Online.

Geen opmerkingen: