dinsdag 25 november 2008

Kyoto, Nara, Illegaliteit, Oe's, Aa's en Lena in dr Element

Ore-tachi voor de Heian-jingu, Kyoto!

Yoshu!

Wees jaloers, wees heel jaloers, want dit weekend hadden wij, acht Nederlanders en andere uitwisselingsstudenten, voor het schamele bedrag van 1000 yen/8 euro een geweldig weekendje Kyoto en Nara beleefd! Het klinkt te mooi om waar te zijn, maar toch had dit miezerige bedrag ons verblijf, vlucht met JAL, bustour, entree voor alle tempels en drie maaltijden per dag gedekt! Naar Kyoto gaan was altijd al een droom van me en om die reden ben ik zo dankbaar dat we konden gaan! Kyoto was alles wat ik me had voorgesteld en zoveel meer. Jeej, dus geniet van mijn verslag gevuld met oe's, aa's, illegaliteit en Lena in d'r element!

Jeeej!

Op vrijdagochtend, half acht moesten wij ons verzamelen op het Ryuugakusei center om onze lelijke naamkaartjes op te halen en een handtekening neer te krabbelen. Nadat ik een vies gezicht trok terwijl ik het kaartje met een vinger oppakte besloot ik het in mijn tas te dumpen en er niet meer naar om te kijken, hoewel er duidelijk werd gezegd dat we die krengen heel de dag om moesten hebben. Nadat ik wederom wat regels had gesaboteerd, stapten we en masse de bus in en wij, Hollanders, hadden wederom de achterste banken bezet. Na een dikke drie kwartier arriveerden we op het vliegveld van Nagasaki en kregen we even te horen dat we met JAL zouden vliegen. Oh, nee dat is alleen maar de duurste Japanse vliegvaartmaatschappij, no biggie. Dus, na die luxe vlucht, die maar een minuutje of 50 duurde, landden we in Yakuza-capital Osaka~!


Onze reisgids, en helemaal rechts Ommetje..

Daar werden we opgewacht door een vrolijke gids van een meter veertig die, gekleed in mantelpakje, witte handschoentjes etc, ons verwelkomde. In de bus lukte het haar om maar het liefst anderhalf uur te ouwehoeren over Osaka en hoe ze hallo in Kyoto zeggen, maar mij leek het veel interessanter om mijn nieuwe playlist te beluisteren door middel van mijn gloednieuwe, roze oordopjes. Hoe dan ook, we zouden meteen gaan knallen met onze plan de campagne onder het strenge bewind van Ommetje. Ommetje is een gemene meneer van het Ryuugakusei-center die altijd heel boos kijkt en iedereen opjaagt. Waarom hij zo is genoemd? Omdat hij blijkbaar op iemand in Leiden lijkt..


Links achter, Ommetje..

Dictator Ommetje brulde dat we maar een miezerige veertig minuten hadden om het Nijou-kasteel te bekijken; we moesten foto's maken, bizar snel de omgeving scannen en er vandoor gaan. Heel Japans allemaal, maar ook ongelooflijk irritant, want ik ben als geen ander fan van een geniaal uitzicht. Op dat moment miste ik onze tempo in Tokyo, waarbij we zelf bepaalden hoelang we bij een tempel bleven plakken.

Nijou-kasteel

We werden meteen verzocht onze schoenen uit te doen zodat we de zogenaamde 'Nachtegaal vloer' konden bewandelen. Die vloer is niets minder dan de genialiteit zelve! Het Nijou-kasteel is namelijk gebouwd door Tokugawa Ieyasu; een van de grote drie die Japan hadden verenigd na 1600, tevens een bekende shogun. Zodat deze Tokugawa optimaal gebruik kon maken van zijn schoonheidsslaap werd deze vloer aangelegd. Het is namelijk onmogelijk om ongemerkt het kasteel binnen te sneaken. Ik kreeg een standje toen ik stiekem binnen foto's probeerde te maken..

Ommetje keek op zijn horloge en we moesten alweer verder. De volgende bestemming was dan de Heian-schrijn. Deze knalrode schrijn wordt opgedragen aan de eerste en laatste keizer die, in de tijd dat Kyoto (of vroeger Heian) de hoofdstad van Japan was, regeerde. Het voelde goed om op dat moment daar te zijn, omdat op deze koude, doch heldere herfstdag het contrast rood/groen goed te zien was. Het leverde uiteraard geweldige pics op.


Glynis en ik

Bestemming nummertje drie zal ik nooit vergeten, omdat dit voor mij Kyoto in zijn essentie representeert. Nadat we onder een heuvel arriveerden werden we verzocht bij elkaar te blijven, omdat we een drukke en smalle winkelstraat zouden passeren, maar jammer genoeg verval ik in dit soort situaties vaak in de illegaliteit door even er van door te gaan om het perfecte plaatje te schieten. Zo ging ik naar rechts toen de groep rechtdoor ging, en hoewel Ommetjes blik konden doden, soo worth it. Nadat ik gelukkig niet instant versteend was zag ik het mooiste uitzicht ever. De Kiyomizu-tempel! Vanaf deze houten pracht en praal had je het prachtigste uitzicht over een groot deel van Kyoto. En omdat het herfst was leek het nog velen malen mooier; de blaadjes zijn rond deze periode aan het verkleurden, waarbij je dus een rode kleurengamma te zien krijgt. Toen dacht ik even.. damnit it. Bekijk het maar, ik ga hier overnacht of wonen zodat ik iedere dag van het jaar zoiets te zien krijg, maar dat mocht weer eens niet zo zijn.

Killerview!
Kiyomizu-dera

We liepen de heuvel af nadat we de mededeling kregen dat we even een uurtje dingetjes konden kopen. En ik wilde het lokale snoepgoed scoren! Ik weet nog steeds niet hoe het heet, want ik twijfel tussen yuuko of hashi-nogwat.. anyway de mascotte heet Habbashi-chan en hij vet schattig en hangt aan mijn keitai (mobiel dus). Het zijn driehoekjes van deeg, gevuld met zoete bonenpasta en kaneel. De verkrijgbare smaken verschillen per seizoen. Milan had ze ons in Tokyo laten eten en ze waren heerlijk! Anyway, ik liep een drukke winkel binnen en begon instant te kwijlen toen er overal bakjes stonden waarbij je al het lekkers kon proeven. Gelukkig kwamen Jurre en Rolf ook samples naar binnen schrokken, anders leek ik weer zo'n vreetzak. Yatsuhashi .. heet het..

Met volle tassen rende ik, een klein beetje retarded, de bus in. Het regende en ik was naar de kapper geweest.. we werden rond zessen voor onze Ryoukan afgezet en nadat ik meteen had besloten dat ik met de manager wilde trouwen, omdat hij zoo dropdead-sexy was, kregen ik te horen dat ik op een zes-persoons kamer zou slapen met Glynis, Maaike, Evelien en twee Koreanen.

Na het vreemde diner.. vreemd in de zin van, ik heb tofu gegeten terwijl ik kokhals van het woord alleen, besloten we het centrum van Kyoto te verkennen. Maar de enige vijf woorden die constant uit mijn mond kwamen waren "Oo, hij is zo knap!" tot ongenoegen van anderen. Maar deze uitspraken zijn niets minder dan de waarheid, want de mannen in Kyoto zijn mooi, sexy, lekker.. en het mooiste is dat ze bijna allemaal er zo uitzien! Note to self.. trouw met Kyoto-guy, emigreer naar Kyoto, for ever ever and ever. Sorry ik dwaal af, maar ik ben ook zo sabishii.

We splitsen op. Zo gingen Pyke, Evelien en Maaike het winkelcentrum in en gingen ik, Sander, Rolf en Glynis wandelen. Na een kort half uurtje lanceerde ik heel random de medeling dat ik heel graag de Fushimi Inari-schrijn wilde zien. Het bekende plaatje met al die prachtige Toorii. Little did I know dat Rolf al meteen om de kaart vroeg. In mijn achterhoofd dacht aan het feit dat we de volgende ochtend om 7 uur moesten ontbijten, dus om 6 uur moesten opstaan, maar het idee om naar die schrijn te gaan lonkte.. het was al rond achten. Na wat onderhandeling en twijfels besloten we er toch heen te gaan, niet wetende hoe we zouden komen en hoe ver het precies was. Zo gingen ik, Rolf en Sander op pad nadat we Glynis hadden afgezet bij de Ryoukan. Zo begon onze queeste richting Kyoto Eki te voet..

Nachtelijk Kyoto vanuit Kyoto-Centraal

Nadat we na een minuutje of veertig bij het geweldige station aankwamen en het echt niet zo heel dichtbij was. Al zei Rolf van wel.. bekeken we hoe we met de trein moesten gaan. Ik keek weer eens verkeerd, maar gelukkig was Sander mee om de boel te corrigeren. We stapten dus een (random) trein in en de halte voor de schrijn zou al gauw moeten komen, maar het gekke was dat de trein maar niet stopte. Goh, we waren blijkbaar onderweg naar Nara, waar we morgen naar toe zouden gaan. Goed gedaan! We zaten in de verkeerde trein. Nadat we overstapten en terugkeerden bereikten we eindelijk onze bestemming. Onder een gigantische rode toorii zou, wederom, de zoveelste nachtelijke escapade plaats vinden. En pietlullig zoals ik ben, wil ik dit avontuur gedetailleerd in beeld brengen..


Het avontuur begint hier..

Ik wist serieus niet dat de Fushimi Inari-schrijn een gigantisch complex zou zijn. In mijn belevingswereld zouden er slechts een paar toorii staan, gevolgd door de hoofd-schrijn. We zouden eventjes koekeloeren, foto's maken en teruggaan. Toch?

Nee..

Anyway, we naderden de ingang en maakten foto's van een klein schrijntje waarbij we meteen in de gaten werden gehouden door een beveiligingsmeneer. Hij zei niks, achtervolgde ons een klein beetje en besloot dat geen criminelen, hooligans of hangjongeren waren.

Enigszins geschrokken van een opengebroken pad waren we opgelucht dat we er alsnog langs konden. Zo stonden we al gauw voor een paar toorii. Nadat ik minstens een keer of achter: "Oh wat mooi! ik besterf het!" zei zetten we het op een poging tot foto's maken. De sfeer was enigszins creepy, ten eerste omdat er tussen de toorii veel geesten zouden zijn, omdat dit toch de poorten tussen twee dimensies/werelden zijn. Ten tweede, omdat je stukken had waarbij je geen hand voor ogen kon zien en ten derde omdat we in de verte een vaag figuur zagen.

Deze figuur was een of andere Amerikaan die na wat twijfel op ons af durfte te stappen door "Scary isn't it?" te zeggen. Ik haalde mijn schouders op, zei dat het wel meeviel, maar keek nerveus naar Rolf en Sander, omdat die gast om ons heen begon te hangen. Zo deden de volgende theorieen de rondte: 1. Hij is een gestoorde psychopaat die erop kickt om op obscure plekken te wandelen + bigass butcher knife. 2. Hij schijt wel acht kleuren en durft niet alleen verder te lopen, maar vindt het een opluchting dat wij, andere Westerlingen, ook van de partij zijn. Hoe dan ook, we schudden hem af door een zijpad in de duiken..



Toch wel redelijk spooky, ne?


Boven aan het complex zou, volgens Rolf, een vette tempel zijn en hij had zijn zinnen erop gezet om het bekijken. Ik was van de partij, maar twijfelde aan het pad. Omdat we van de toorii afweken en ons op een glad bergpad bevonden die ook nog eens totaal donker was dacht ik meteen aan de Blair Witch Project en vetoode deze suggestie. Sander zei dat het niet verstandig zou zijn. Ik zei hetzelfde, maar dan minder welbespraakt: "Nee, het is daar fokking donker, ik ga daar echt niet heen!"

Uiteindelijk besloten we naar de top te gaan, maar via de gewone weg. Dus onder alle toorii door. Zo begon onze klim, van maar het liefst een uurtje of anderhalf? Het enige wat we hadden gedaan was traplopen, en zoiets zou ik nooit voor mijn lol doen, maar ik leefde in de illusie dat er gauw een einde aan zou komen. Dat einde kwam maar niet en we merkten meteen dat de prijs van de drankjes in de automaten steeg. Ha, marketing, daar is over nagedacht.

Heerlijk obscuur!


Sander en ik bikkelen de trappen op!

Op een gegeven moment hadden we een geniaal uitzicht over nachtelijk Kyoto! So worth it. Maar het leuke was, dat we nog een minuut of 20 omhoog moesten lopen. Ik stierf een beetje van binnen en van buiten (!), maar vond dat we onze queeste moesten afmaken. En dit was gelukt, maar het resultaat was nogal een anticlimax.. De hoofdschrijn stelde niks voor! En er was niet eens een uitzicht! We moesten ook nog terug..

Al die moeite?

Naar beneden huppelen ging ineens veel sneller en ik schat dat we binnen een minuut of 20 bij de uitgang uitkwamen. Natuurlijk misten we de laatste trein, waardoor we genoodzaakt werden om met de taxi te gaan. Leuker was nog het feit dat onze ryoukan gesloten was. Was er daadwerkelijk een avondklok? Of dacht men dat iedereen alweer thuis was? We begonnen meteen te stressen en na te denken over plekken waar we eventueel een nachtje door konden halen.

Dat zou echt niet relaxt zijn geweest, omdat het ten eerste, freezing koud was en ten tweede ik ongelooflijk brak was. We probeerden onze mede Dutchies te bellen, maar dit ging niet helemaal goed omdat het merendeel lag te maffen. Logisch. Wat te doen? Musquetier bellen! Rolf durfde niet, omdat hij de Musketier geregeld rond 3 uur 's nachts in Nagasaki belt en hij dit niet zou waarderen. Dus, ik belde en zei met mijn meest schattige vrouwenstem: "Jurre?? Ben je wakkker??" Na wat onderhandeling kwam hij naar beneden, vond een receptionist die ons naar binnen had gelaten.


Maar, probleem nummer 2. Ik lag op een zes-persoonskamer waarin 5/6 al lag te slapen. Ik moest dus, in het donker, voorzichtig en stil over iedereen heen kruipen, mijn futon uitvouwen en vooral niet rinkelen met mijn zes keitai-straps..

Op dag 2 was ik klaar wakker rond zessen! Na hetzelfde Japanse ontbij gingen we naar de Kitano Tenman-gu. De schrijn van Michizane Sugawara, diegene die wijsheid symboliseert. Wat we vooral moesten doen was beelden van koeien aaien, want daar zou je slimmer van worden. Sorry, mijn IQ daalt terwijl ik dit typ.


Kitano Tenman- Gu

Later op de dag bezochten de Kinkakuji a.k.a Het Gouden Paviljoen. Om even Sander te citeren: "Het was prachtig.."



Het Gouden Paviljoen

Daarna gingen we eigenlijk, na wat lunch, naar Nara. Nara oogde pauper. Het eten was redelijk, maar daarna zijn we toch stiekem naar de Gouden M geweest en werden we keihard betrapt door wat reisleiding. Omdat iedereen toch wel brak was besloten we vroeg naar bed te gaan. Nadat ik heel vervelend in de slaapkamer was a la "Met een man kun je veel doen.." was ik toch echt rond half 11 helemaal van de kaart.

Op dag 3 zouden we in vier groepen een rondleiding door o.a de Kofukuji, Toudaiji en het park van Nara krijgen. Ik zat in groep H, maar op zn Japans spreek je het "ecchi" uit. Haha, we weten allemaal wat dat betekent.. Niet? Ok, iets met sex. Het ergste was, dat Ommetje met ons mee zou lopen..


Kashikomarimashita! Sir, yes sir!




Voor de Toudai-ji!
Hertjes

Onze reisgids was een onwijze jama (hij stond vaak in de weg) in het museum en wij hadden meer aandacht voor de herten die buiten los rondliepen. In Nara lopen ongeveer 1200 hertjes rond; you can love em, feed em etc. Later overkwam mij weer eens iets vreemds. Ik besloot om een ijsje uit de automaat te trekken en zat na enkele seconden natuurlijk helemaal onder.. Maar, al die smerige papiertjes irriteerden me en ik wilde ze doodgraag weggooien. Probleem was dat er in een straal van 1 km geen prullenbakken te bekennen waren. Ik besloot om een winkelier uit te horen in mijn beste Japans en zei:

"Doko, kore wo sawaru tokoro ga arimasu ka?" .. .. dit kan heel fout geinterpreteerd worden door die lieve oude meneer. Alsin, "Nou kom maar mee naar achter.. ;) "

Ik haalde het werkwoord sawaru (aanraken) met suteru (weggooien) door elkaar en zei dus: "Waar is hier een plek om dit aan te raken?" Terwijl ik naar beneden gebaarde.. Gelukkig begreep die me! Het kon misgaan!

Nadat ik weer eens keihard voor lul had gestaan werd ons verteld dat we richting bus moest lopen. Onderweg naar Osaka, praatte de gids twee uur lang en sliep ik eigenlijk half. We vlogen wederom met JAL en werden met de bus naar de Uni gebracht. Matthias en Martijn wachtten ons op, omdat we meteen uit eten zouden gaan vanwege Rolfs verjaardag. Ik was morsdood en besloot om daarna met de taxi naar huis te gaan. Sindsdien lag ik drie dagen horizontaal, omdat ik snotverkouden was.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Wat schrijf jij een leuke verhalen!

Lena zei

Gelukkig maar!
Ze worden tenminste door iemand gewaardeerd :D