donderdag 29 maart 2012

Hasuta ra bisuta, I'm back!

神戸ハーバーランド
お帰り…レーナ!


Zoals iedereen al wellicht weet vanwege mijn vaardigheid om informatie talloze keren te herhalen of obsessieve Facebook-gedrag: ik ga wederom een jaar naar Japan! Terug naar Nagasaki? Hell to the no! Deze citygirl is klaar voor de grote stad! En dat gaat ook gebeuren, want op 1 april vertrek ik richting de 'Goddelijke Poort' oftwel: 神戸 (Kobe). Dit is overigens geen grap. Nou ja, tenzij Lufthansa zoiets heeft van: LOL! Ich mache einen Witz! Es gibt keine Fluge nach Japan! .. of iets dergelijks. Mijn Duits is niet meer wat het is geweest, ook al staan er andere dingen op mijn vwo-diploma.


Verder, sta ik er dit jaar helemaal alleen voor. In Nagasaki heb ik geluk gehad met een aanhang van negen Nederlanders die elkaar wel toch erg leuk vonden. Hartverscheurend, maar de Nagasaki-gang is niet meer wat het is geweest.. Ach, survival mode on en we zullen zien waar mijn schip strandt. Het is schip is overigens luxe, want dit jaar ben ik gezegend met de felbegeerde JASSO-beurs. Thank you, Japanese government <3


Ik moet er in ieder geval voor zorgen dat ik dingen dit jaar anders doe dan voorheen, want ik ben inmiddels een volwassen vrouw, een serieuze MA-studente en heb een serieuze relatie. Ik zal al mijn infantiele neigingen moeten beperken en al mijn craziness proberen te beheersen. Dit is allemaal onder voorbehoud. Om even goed op weg te gaan heb ik een klein lijstje met voornemens in elkaar geflanst: 


Ik, Lena-met-de-lange-achternaam, zal niet:


1) Stout bloggen over Nederlanders die verbonden zijn aan Japanse universiteiten met het risico dat ze gaan klagen bij Leiden en mij proberen te deporteren.


2) Japanse mannen proberen te daten, omdat ik a) al 2,5 jaar verbonden ben aan Hari (maar als-ie zijn positie wil versterken wil ik best een mooi, glimmend, ding aan mijn vinger) en b) omdat al dat moeilijke, indirecte gedoe mijn neus uitkomt. 


3) Dik worden D:


4) Te lui zijn om bij een bukatsu of iets dergelijks sociaals te gaan. 


5) Iedere 100-yen trekautomaat met DBZ-prullaria gaan leegtrekken.


6) Autistisch gedragen tegenover andere internationale studenten.


7) Mijn pinpas op dag 1 per ongeluk blokkeren. 


8) Een entrance test falen zodat ik lekker steen-papier-schaar in de les mag spelen.


9) Zal nooit meer teruggaan naar Shinju International, omdat ze mijn haar hebben geknakt.


10) Ieder weekend naar een izakaya gaan.. (WHAHA, KOM NOU!) 


Het is bijna zover.. laat Kobe aub niet zo pauper als Nagasaki zijn. Laat ik aub een eigen douche en wc hebben.. Laat de dormitory niet zo streng zijn zodat de boyfriend weken bij mij over de vloer kan komen.. 


Sneak preview: hier ga ik wonen: International Residence op Port Island:





Grotere kaart weergeven

vrijdag 1 oktober 2010

Terugblik op Repatriëring 2

Niet mijn foto. Klik op de link voor andere mooie pics.

"De zielen keren langzaam terug naar de plek van oorsprong,
ik jammer genoeg ook.."

Ioujima

Mijn derde keer op een Japanse strand zou ik
doorbrengen op Ioujima: een schiereiland tien minuten van Nagasaki vandaan. Het was de bedoeling dat we daar in de middag zouden gaan barbecueën, vervolgens zouden gaan zwemmen en dan lekker de sentou in. Het initiatief kwam van de tutor-meisjes Rika, Airi en Kana, onder het mom van 'de Nederlanders gaan binnenkort naar huis, dus we moeten nog even gezamenlijk iets leuks doen'.

Leuk was het zeker, zo gingen ik, Rolf, Jurre, Maaike, Pyke en Evelien op een zondagmiddag richting Yume Saito om de drie chicks te ontmoeten. Eenmaal daar kochten we zogenaamde 'pakket tickets' waar de ferrytocht, bbq en
sentou bij zaten inbegrepen. Uit het hoofd was dit rond de 3000 yen (+-25€). Het was freakin' heet die dag, de ferry was een partij aan het wiebelen-wiebelen, maar ik beleefde enigszins wat nautische gevoelens. We zaten weliswaar binnen i.p.v op het dek, maar ach..

Ioujima is een of andere recreatie-eiland, dat zag ik wel aan de hand van talloze bungalows, waar je blijkbaar kon bbq'en op een betegelde, afgesloten tuin. In de hitte slenterden we naar onze bungalow, terwijl er genoeg pendelbussen reden. Nouja, je kan er natuurlijk altijd voor kiezen om met 30+-graden en met een relatief zware rugzak wat kilometers lopen.. de Japanse dames hadden allemaal een 日傘 (ひがさ, higasa).. letterlijk een zonneplu. Een parasol die bescherming biedt van de UV-straling op de tere, bleke gezichtjes, armpjes en beentjes. Geen decolleté though, nooit dat..


Na een tijdje lopen kwamen we aan bij bestemming X en werden we begeleid naar een houten picknicktafel (gelukkig enigszins overdekt), een bbq-plaat en een rijst- en waterbuffet. Twee mensen kregen grillgereedschap in de handjes gedouwd. Ik natuurlijk niet, want stel je voor..
Zo verdwenen talloze stukjes rauw vlees, vis, schelpdieren en groenten op de plaat en nog sneller in onze hongerige maagjes.

Aan het einde van al dit genomnomnom, moesten we nog een stukje naar het strand lopen. Het was een redelijk eind, en het uitzicht van de zee omgeven door betonnen muren en een klein strandje voldeed niet bepaald aan mijn strandstandaard, want ik woon in aan de zee en na mijn Okinawa-reis zou ik niet snel meer onder de indruk raken. Goed, een paar meter van de zee vandaan stond een of andere overdekte chillruimte, waar je drankjes, schaafijs en andere versnaperingen kon regelen. Ook waren er talloze douchecabines, wc-hokjes etc.


Terwijl wat Nederlanders zich aan het omkleden waren, was ik druk in gesprek met Rika.. over het feit of ik daadwerkelijk dadelijk in bikini het water in zou gaan. Nouja, op zich heb ik er geen problemen mee dat wat Japanse pubers mijn voluptueuze 'naisubodi' zouden aanschouwen, maar Rika dacht er anders over. Ze nam expres geen bikini mee en zat in duidelijk over haar 1,50m en 40 kilo (?) .. Waarom is het Japanse schoonheidsideaal zo
messed up? Uitgemergelde lichaampjes, kromme pootjes, spierwitte gezichtjes.. geen wonder dat de Japanse man mij niet eens aan durft te kijken..

Zo vergat ik al gauw waar ik me druk om maakte en rende ik het hemelse water in. Het was simpelweg goddelijk! En de mensen die niet gingen zwemmen hebben echt wel wat gemist!


Een impressie van Oujima beach

Nadat twee Japanse studenten naar mij toe zwommen om een babbeltje te maken en ze al te graag hun Engels wilden oefenen, hield ik het voor gezien. Ik klauterde uit het water en maakte een korte strandwandeling met Rika. Toen ik een lange, blonde man door de menigte zag lopen was ik verbaasd. Het was namelijk Milan, die bij de jongens langskwam uit Fukuoka. Hij nam blijkbaar een boot later om nog even met ons te spelen op het strand.


Al snel sloeg het weer om! Als een of andere schizofreen.. het begon te miezeren en de lucht werd grijs. Teken om terug te trekken en eventueel in de
onsen te gaan. Verrassend genoeg wilde niemand - behalve de Musketier - nog de hete bron in. Ik wilde uiteraard wel, maar als er geen andere dames mee zouden gaan, val ik in slaap van verveling.. Verdomme nog aan toe. Peer pressure.. zo keerde iedereen terug naar Nagasaki en splitste de groep zich weer eens in tweeën.

Ik, Rolf, Kana en Milan gingen even
bibinbap scoren bij de Amyu Plaza. Dat is een pittige, Koreaanse rijstschotel. Men serveert dit in een hete, stenen kom. Als je de rijst tegen de wanden aandrukt, wordt het lekker krokant. Nom.

Vegetarische nachtmerrie

Met drie van onze studenten. Genietend.. van al het lekkers.. jeej..

Martijn en ik zijn de liefste docenten die je ooit zult hebben. Reden genoeg om voor prof. Aikawa (een beruchte onderzoeker of dokter aan de Universiteit van Nagasaki en fan van de Nederlandse taal..) om ons en zijn jongere klasgenoten uit te nodigen voor een afscheidsdiner.


Krullenbol heeft de boel natuurlijk verpest met zijn vegetarische rariteiten en zo belandden we in een
all-vegetarian restaurant waar alles op tofu-basis is. Goed ja, ik heb geleerd om tofu te eten in Japan. Eerst walgde ik van het trillende, witte goedje. In dit restaurant kan je ook overdrijven.. alles, maar dat ook alles schreeuwde organische walhalla. Sojamelk, somen (koude noedels, geserveerd op ijs), bonen, vage, vage dingen. Ik moest mijn verstand op nul zetten en alles door mijn strot duwen, omdat het dat onbeleefd wordt. Het was een vegetarische nachtmerrie.

Het erge was ook nog eens dat ik het slechts met
shouchuu kon wegspoelen, ofja 'koude sake' voor Nederlandse begrippen..

En laten we nu eens een misverstand uit de wereld helpen, Nederlandse vreetschuren (ik noem geen namen, oh jawel.. ShabuShabu, Sumo, MoshiMoshi) en ' hippe' Nederlanders.. Sake 酒、お酒 (de eerbiedwaardige alcohol, zeggen de vrouwtjes) betekent letterlijk alcohol, dus een overkoepelde term voor alle versnaperingen voorzien van percentages.. Dat hete spul in dat kleine kannetje, die je hip drinkt, heet
atsukan 熱燗 (opgewarmde alcohol) .. en die flessen koude spul die je tegenwoordig bij iedere visboer kan kopen is vieze shouchuu 焼酎 (een Japanse equivalent van wodka) .. ik verloochen mijn roots misschien, maar wodka is walgelijk. Goed, probeer niet hip te doen met 'sake' .. het is irritant! Wellicht heb je geen keuze, omdat de Chinezen die bij de Japanse all-you-can-eat vreetschuren dan niet snappen wat je bedoelt!

Ok, bij deze mijn elitaire betoog.. het diner met Aikawa en co. was niet te hakken, maar ik zei dat ik het verrukkelijk vond.


Na de nachtmerrie nam hij mij en Martijn mee naar een kroeg. Twee andere studenten kwamen later aan en het was de bedoeling dat we alles wat we maar wilden gingen bestellen! Zo ontstond er al gauw een schisma aan tafel waarin de Japanse heren
business talk voerden en ik en Martijn vele glazen drank soldaat maakten..

We bedankten Aikawa uiteraard netjes aan het einde van de avond en besloten om vanaf ongeveer het Vredespark naar huis te lopen - totdat we uitgenodigd werden om naar de club te gaan. Jon de Koreaan, een kennis van Martijn, zou met ons bij de Cocowalk afspreken om vervolgens naar Hama no Machi te gaan. Tot die tijd verzopen wij in de regen - omdat we te gierig waren voor een taxi - en hielden we ons schuil in het damestoilet van de Cocowalk. Toen ik Martijn raptor-verzoeken deed, werd hij immens luidruchtig en kwam de beveiligingsambte ons wegjagen..


Gelukkig was Jon al aangekomen en konden we gratis party'en in een obscure 'club' . Het opvallende aan Jon was dat hij een SNES-controller uit zijn gulp had hangen.

I button bashed :')


Wat ik weer niet waardeerde was dat de twee mannen mij achterlieten bij de bar. Twee afstotelijke Amerikanen begonnen tegen me te praten.
"Oh my gawd, those Japanese, right?" "Like totallay.." Ugh.. gelukkig kwam het tweekoppige duo me gauw halen waarna we nog ff de beest uithingen op de dansvloer. Martijn had het wel naar zijn zin - ik zag het heus wel!


Obon お盆

Witgekleed mannelijk schoon in de straten van 'saki

Ik had
het genoegen om het eeuwenoude Obon-festival mee te maken. Tijdens dit luidruchtige schouwspel vol klappers en oorverdovend geratel besloot ik om samen met Glynis en Jurr na een uitgebreide varksessie (lees: all you can eat) de omgeving rond Youme Saito te verkennen. Het straatbeeld was gehuld vol mannen in witte jinbei die een mikoshi (draagbare Shinto-schrijn) op hun mannelijke schouders door de straten sjouwden. Het dragen van de mikoshi en het produceren van immens kabaal zorgt ervoor dat boze geesten de zielen van de voorouders met rust laten.

Drukte voor Youme Saito

'Voorouders' is het sleutelwoord van dit festival, omdat volgens boeddhistische traditie hun geesten eens per jaar naar de oorsprong terugkeren. Deze zielen worden vereerd door het terugkeren van de levenden naar hun familiegraven. Deze worden grondig schoongemaakt en voorzien van offers, meestal etenswaren of sigaretten, of gewoon voorwerpen waar de voorouders dol op waren.



Obon kabaal in Nagasaki.
Je hoort voornamelijk klappertjes.

Het festival eindigt met het laten varen van papieren lantaarntjes. Het wegdrijven van de kust staat symbool voor het terugkeren van de voorouders naar de wereld van de doden.

Zo voelde ik me ook. Mijn tijd in Nagasaki kwam langzamerhand ten einde en zo moest mijn ziel binnenkort ook oceanen oversteken..

vrijdag 16 juli 2010

Terugblik op Repatriëring 1: THIS IS NOKONOSHIMA!


Onderweg naar Nokonoshima

Het is al zowaar een jaar geleden dat ik in de verstikkende Kyuushuu-hitte mijn laatste maand in Nagasaki beleefde. Waarom ik toch met een blogpost tevoorschijn kom
is voor mij een raadsel gezien het feit dat ik in een zwart gat gevuld met luiheid beland ben. Mijn zomervakantie bestond uit weinig productieve of intelligente dingen, en dat is maar goed ook omdat ik mentaal toch wel even uitgeput ben. Hoewel ik dit academisch jaar hard gewerkt heb, zijn de gewenste resultaten uitgebleven. Ik kan ten eerste, niet afstuderen vanwege vermiste bijvak-ECTS en ten tweede heb ik meer tijd nodig om achter te komen wat er komt na japanologie. In ieder geval een minor Journalistiek en Nieuwe Media, want verborgen talent moet ontplooid worden, niet waar? Goed, genoeg melancholie. Ik luister weliswaar naar Yo No Sè Mañana van Luis Enrique, het meest romantische salsanummer ooit en heb behoorlijk last van schrijf-manie, vandaar dat ik diep in mijn zeefgeheugen graaf betreffende mijn pijnlijke vertrek uit Nagasaki.Ik zal in stukken leveren..

Let's go back.. let's go back..

Godgloeiende, ergens eind juli 2009 hadden wij Nederlanders onze eindpresentatie over onze quasi-wetenschappelijke papers over onderwerpen naar keuze. Dit hele project eiste een meedogenloze staaltje concentratievermogen, omdat onze tien-minuutdurende referaten ongeveer iedere dinsdagochtend geoefend werden. Eerder oefenen op het voorlezen zul je bedoelen. Ik weet niet hoe het met de anderen zat, maar ik kon al dat geblaat niet meer aanhoren.

Helaas moest er op die ene ochtend een geïnteresseerde blik op onze gelaten staan omdat Nagai-sensei zogenaamd vakkundig een camera op ons richtte. Ik ga mijn falen natuurlijk op een later moment in mijn leven aan mijn kleinkinderen laten zien.. Al met al, niet noemenswaardig.

Laat ik het hebben over avonturen op eiland Nokonoshima, dat een kleine tien minuten op afstand van Fukuoka ligt. Ik weet echt totaal niet meer wiens initiatief het was om de organisatie op zich te nemen, maar ik geloof dat het Matthias was met zijn aantrekkingskracht bij oudere dames. En omdat onze Matt zo'n heerlijke boytoy is, heeft docente Stoeipoes ons uitgenodigd om mee te gaan naar eiland Nokonoshima. Ook wel vanwege haar connecties met de meneer die de boel runt bij die strandhutjes en omdat wij gewoonweg hardwerkende studenten zijn.

Zo vertrokken wij ergens begin augustus vanaf Ekimae richting Fukuoka's Tenjin met al onze vrienden. Voor zover ik het me kan herinneren waren er van de partij: ik (belangrijk!), Glynis, Rolfje, regelneef Matthias, Pyke, Evelien en Maaike. Wat deed de rest ook al weer.. Sander en de Krullenbol (waren al geweest) en de Musketier (playen in Shanghai).

Eenmaal in Tenjin ontmoetten wij Stoeipoes, die haar nickname waarmaakte met een veel te kort rokje (ok, haar benen konden het hebben, maar haar leeftijd duidelijk niet), luipaardprint shirtje met pailletjes en de hele mikmak. Volgens mij droeg ze ook nog een roze zonnebril. Ok. Verder was het broeierig heet, maar dat is niet verrassend tijdens de Japanse zomer. Wat mij echter verbaasde was Matthias' en Pykes idee om ramen te gaan eten voor vertrek. Uhm.. best. De dames, inclusief Rolf besloten om een broodje te happen in de Tenjin Core.

Na de lunch werd er geshopt voor iets prachtigs, namelijk drank. Ik rende door de stellages als een wild luipaard vanwege een missie: Malibu. Eenmaal gevonden gooide ik de gigantische fles in het winkelmandje en overdreef natuurlijk door een gigantisch aantal cocktail blikjes erbij te gooien. Nu ik mezelf afschilderde als complete alcoholist voelde ik me opgelaten toen de rest mijn mandje bekeek.

Drank weegt veel en het begon ook nog eens te regenen. Zou ons eilandavontuur dan toch in het water vallen? De schade viel mee, want eenmaal op de ferry richting Nokonoshima gaven de weergoden ons het teken om wild te beesten onder de Spartaanse omstandigheden van het eiland.

En waarom toch Spartaans? Zo zagen de hutjes eruit! Nadat we met een busje naar de strandcamping werden gebracht kregen we een achtpersoonshut aangeboden met een dofgroene tatami mat als ondergrond. Kussen en dekens? Hell to the no! Tatami, gigantische insecten en een raam, dat krijg je!

THIS IS NOKONOSHIMA!

Ik was overigens niet in shock, want ik had Martijns foto's gezien en wist wat me te wachten stond. Voor anderen was het een catastrofe en Matthias werd een doelwit vanwege het achterhouden van dit essentiële stuk informatie. Ik had zoiets wel, ik drink gewoon een shitload en val dan gewoon in slaap. Sono toki ha sono toki da.

Stukje strand

Ik dumpte me tas en trok m'n kleren uit! ..

En trok m'n badkleren aan. Om te zwemmen natuurlijk! In zee dobberde een of andere houten vlot met een glijbaan dat d.m.v touw en plastic drijfblokjes aan een opgeblazen mat vast zat. This bitch will be mine, dacht ik meteen. Daarentegen, er gebeurden eerst baldadige dingen op zee, want de Stoeipoes regelde twee gratis ritjes op de bananenboot waarvan de prijs normaalgesproken rond de 1000 yen lag. Jammer genoeg flikkerde er niemand van het ding af! Misschien waren we met zijn alles veel te zwaar waardoor we moeizaam uit de bocht konden vliegen.

Tijdens ronde twee zat er ineens een klein, Japans meisje van een jaartje of 11 tussen ons in. Ik was zo bang dat we haar zouden verpulveren met onze gaijin-lichamen. Maar goed, zoals hierboven vermeld, bleef de schade beperkt.

Mijn voorgevel barstte uit het te kleine zwemvest en ik haalde eens diep adem. Nokonoshima-strand :)

Een paar uurtjes later verscheen er een barbecue-set naast wat overdekte picknicktafels en verdwenen al gauw stukjes vlees, vis, schelpdieren, onigiri en stukjes groenten op de grill. Flessen wijn werden geopend, de rum werd aangebroken en de zon ging onder. Iedereen werd lolliger, met name ik.. ik was zo onder de indruk van het tafereel dat de rum, wijn en cocktails al snel in mijn maag verdwenen. Stoeipoes lustte er ook wel pap van en haalde ineens vuurwerk tevoorschijn. We kregen wat sterretjes en andere knallers van ellende. Ik zat in een roes en vond vuurwerk sowieso eng, dus liet het afsteken maar aan andere mensen over.

BBQ

Op een gegeven moment zei Stoeipoes dat ze ervan door zou gaan, omdat ze geen zin had om de nacht op Nokonoshima door te brengen. Volkomen begrijpelijk, want ik voelde de volgende ochtend mijn armen niet meer.

Ik vond het allang best en trok mijn bikini aan om nog even van een verfrissende duik te genieten. Het is ongelooflijk dat ik niet als een baksteen gezonken ben. Ik weet niet meer hoe ik het voor elkaar had gekregen, maar ik heb weliswaar dat luchtkussen beklommen. Ik lag op mijn rug en tuurde naar de volle maan, totdat Rolfje en Matthias er ineens opdoken. We deden mal, douwden elkaar een paar keer het water in en sprongen zelfs hand-in-hand clichématig de zee in. Prachtig.

Eenmaal terug bij het hutje lagen de meesten al op vloer. Opvallend was dat er ineens wat fleecedekens op de vloer lagen. Nou, op zich wel chill. Ik had geen tijdsbesef en stortte maar ter aarde om te slapen, want alles draaide.

Het was net zo verschrikkelijk als het eruit ziet

's Nachts maakte ik nog een wandeling (censuur..)

Mijn tactiek van veel drinken in slaap vallen werkte wel, maar toen ik de volgende ochtend wakker werd was iedere spier in mijn lichaam verstijfd en voelde ik mijn armen niet meer. Verschrikkelijk, mijn hoofd tolde, er was niet even een pan in de buurt om een eitje te bakken en het scheen dat we al over een paar uur uit moesten checken. Ik raapte mezelf van de grond en slenterde naar het strand, waar de helft van de groep al had bedacht dat er naar Fukuoka werd gegaan om te shoppen. Ik vond het een slecht idee, omdat het een unieke kans was om langer op het strand te blijven, de eigenaar ons een of ander park wilde laten zien en omdat het echt veel te warm was om actief te doen. Maarja, niemand luistert toch naar mij..

Zo gingen we met zijn allen terug naar Tenjin, Fukuoka. In een ripoff van Starbucks maakten Pyke en Matthias hun man-date en verlieten de groep terwijl de rest naar een of andere boekenwinkel ging. Ik scheidde me echter even van de groep om naar een Daimaru te gaan om wat Yojiya-stuff voor mijn moeder mee te nemen.

Nadat de groep uitgekeken was in de boekenwinkel en in de Starbucks aan de frappy's slurpte, splitsten we ons nogmaals op. Ik ging met Rolf en Glynis op pad. Veel hebben we niet gedaan, enkel door wat shoppingcentra gestruind. Daarna hadden we wat ramen gegeten bij Canal City, boekten onze busticket naar een eerder tijdstip om en vertrokken naar Nagasaki.

We kwamen rond 23:00 aan en dit was het perfecte moment, want Inoue heeft net zijn nieuwe restaurant onder de 'keya geopend. Dit was zijn openingsdag en ik wilde beslist langs! Ik sleurde Rolf nog ff mee om naar Inoue te zwaaien, ook al zag ik eruit als een verlepte straatkat.

Rolfje en ik sandwichen Inoue

Toch wel een lichtpuntje van de vermoeiende reis, Inoue's glimlach :)

woensdag 7 oktober 2009

Damnit

Terug zijn in het land van de weilanden, kansloze polders en kauwgom-kauwende zestienjarige cassieres doet pijn. Tevens veroorzaakt dit een massieve writer's block.. of ik nog wat ga schrijven of hoe verschrikkelijk ik me heb misdragen tijdens mijn soubetsukai (afscheidsborrel) en heb gechilled in Tokyo? Wie weet. Voorlopig kan mijn hart het simpelweg niet opbrengen om die laatste pijnlijke weken te omschrijven. Maar, het positieve is dat ik natuurlijk keihard tickets voor eind december heb geboekt en wederom mijn geliefde Nagasaki zal verblijden met mijn bezoek.

Hoe dan ook, voorlopig heb ik het druk met een programma van 60 ECTS, club-hoppen en het participeren in de Journal Commissie van Tanuki (mijn studievereniging) met niemand anders dan onze eigen Krullenbol Martijn als fearless leader. Kan ik je blij maken met een artikel waar Lena op staat geschreven?

Erotiek te koop: de Japanse host

Na een enigszins anticlimactische wandeling langs de betonnen gebouwen van Hiroshima, dat onder andere werd veroorzaakt door mijn geweldige gevoel voor richting, had ik last van een droge keel. Met een overheerlijke mokka-cappuccino van ieders favoriete koffie-merk in gedachte baande ik mezelf als een bezetene door een overdekte winkelstraat. Op vertrapte gympen en een reiskloffie merkte ik op dat willekeurige groepjes ギャール op torenhoge hakken giechelden terwijl ze een groepje goedgeklede mannen passeerden.


Zo werkt de wondere wereld van flirten nou eenmaal, dacht ik bij mezelf, toen ik langs dezelfde groep mannen met perfecte maatpakken, kastanje-bruin haar en verzorgde wenkbrauwen snelwandelde. Dit gebeurde allemaal vrij snel, maar toen het kwartje eenmaal viel kwam ik tot de conclusie dat dit geen gewone straatboefjes waren, maar jagers die hun prooi nauwkeurig selecteren door middel van criteria zoals dure Louis Vuitton-tassen of Gucci-zonnebrillen bij vrouwen. Nee nee, deze mannen waren noch playboys noch de Japanse-equivalenten van loverboys, maar echte ホスト(hosts).

Ik verminderde in vaart en realiseerde mij dat ik allang voor mijn locatie stond. Toen kwam ik op het idee om deze sierlijke schepsels in hun natuurlijke habitat te observeren en besloot ik mijn koffie aan de bar voor het raam te nuttigen.

Terwijl ik het groepje mannen bestudeerde, waarvan enkeling kundig twee keitai (mobieltjes) met lange vingers en keurige nagels bediende, vroeg ik me af of er daadwerkelijk veel vrouwen waren die een dusdanig lage eigenwaarde hebben, maar toch de financiële middelen bezitten om zich door deze heren naar een ongure club te laten begeleiden. Door deze jongens, die waarschijnlijk hun vertrouwde losse T-shirts en versleten spijkerbroeken hebben ingeruild voor strakke pakken, fluwelen blousejes en dure accessoires. Met de 'Ik ga het helemaal maken in de grote stad!'-instelling zijn ze vast onbewust in de 水商売 (みずしょうばい), het eufemisme voor de nacht-industrie van Japan, gerold om snel centen te kunnen verdienen om hun daadwerkelijke ambities en dromen na te jagen.

Goh, ze sloegen een meisje aan de haak dankzij hun vlotte babbel. Of ze even een uurtje had. Of het kind naïef was of gewoon een slecht zelfbeeld bezat, heb ik natuurlijk nooit kunnen weten, maar leef je je eens in de dame die doelbewust met deze mannen meegaat naar hun basis, de host-club.

Nadat zo’n kerel haar talloze keren heeft verteld hoe schattig ze wel niet is krijgt ze een host-menu in haar poezelige handjes gedrukt. Zo’n menu is een ware vleeskeuring of opsomming van alle hosts die in de club werken, waarin ze foto’s, bloedgroepen, hobby’s en karaktereigenschappen van de mannen kan bekijken. Afhankelijk van hoe ze vermaakt wil worden kiest ze haar vaste host, waarbij hij vriendelijk naar haar lacht met zijn bruine of door blauwe-lenzen-bedekte, speelse ogen en wordt hun club-carrière vereeuwigd. Heeft ze de plank misgeslagen door een vent te kiezen waarmee er geen chemie is heeft ze pech, want haar keuze kan niet meer ongedaan worden.

Cru, denk je niet? Dit doet de club niet om haar een onnodig contract aan te smeren, maar om de financiële zekerheid van de betreffende host te garanderen. Zijn basisinkomen komt van zijn vaste klanten, maar alle extra’s verdient hij door drank-consumptie van zijn fangirls. En als hosts immens populair zijn verdienen makkelijk rond de 15.000 euro per maand.

Dan begint het gevaarlijke spel. Host en klant spenderen wat tijd in een illusie waarin hij haar dromen waarmaakt en de rol van de hoofdrolspeler in haar fantasie op zich neemt. Misschien hunkert ze naar een grappige, malle jongen of een 冷たいヤロウ(zo’n frigide zak), niets is te gek. Hij beeldt dit subtiel voor haar uit en laat haar hart sneller kloppen door in haar oor te fluisteren hoe slank haar benen eruitzien in dat ene korte rokje of hoe perfect haar voorgevel bij staat in het neon-licht van de club. Vriendelijk, met een jeugdige glimlach op zijn gezicht neemt hij haar mee naar een euforische staat waarin ze zich de mooiste vrouw van de club voelt. Vervolgens doden host en klant de tijd door te drinken, dansen en karaoke.

Maar dan. Verliefd worden overkomt jammer genoeg de beste. En als de klant veel tijd doorbrengt met haar host lijkt het me duidelijk dat dit uiteindelijk opbloeit in een eenzijdige affectie, waarbij ze alles in haar macht wil doen om hem bij haar in de buurt te krijgen. Dit leidt o.a tot ziekelijke jaloezie in de club als de host haar even achterlaat om met een andere dame te gaan babbelen. In zo’n noodsituatie kan ze de aandacht op zich vestigen door middel van een 'champagne-call' waarbij ze een dure fles champagne bestelt, waarvan de prijs tussen de 1000 en X万円varieërt. Tijdens deze chaos stormen alle hosts op haar af en laten ze haar deze vloedgolf van alcohol achter over slaan door haar aan te moedigen en eventueel verleiden tot een tweede ronde.

Terwijl ze daar staat, met een tollend hoofd en kots die langs haar mondhoeken naar beneden sijpelt nadat ze de fles in een adem achter haar kiezen heeft gegooid fluistert hij lieflijk of plagend in haar oor dat drinken met haar het allermooiste ter wereld is en dat hij haar dankbaar is omdat ze haar gezicht zo vaak in de club laat zien. Met een scheve glimlach ziet ze het al helemaal voor zich; hand-in-hand wandelend over straat met zo’n イケメン (knappe vent) aan haar zijde, maar hijzelf wil buiten zijn werk om meestal niets met zo’n vrouw beginnen. Zo een die voor geld neerlegt voor liefde en affectie. Nee nee, hij walgt ervan, neemt nog een drankje en begeleid zijn dronken klant naar de taxi in het ochtendlicht.

Na een slorige エレーチュー(kusje in de lift) escorteert hij haar dus naar de taxi en kijkt haar met een dromerige glimlach en quasi-oprechte ogen van “Kom je weer bij me terug?” na, terwijl hij eigenlijk aan een andere klant of zijn bed denkt. Het valt niet mee om je affectie te verkopen. En sex met een klant? Alleen als hij daar zin in heeft en er veel wordt betaald. Maar, hij rekt de seksuele spanning tussen hem en zijn klant zo lang mogelijk uit, onder het traditionele principe van hard to get. Want zeg zelf, te makkelijk is voor niemand een uitdaging.

Maar, vergeet niet dat we deze vrouwen niet mogen beoordelen op hun gebruik van deze verkopers van dromen, want er is in principe niks mis met het bevinden in een staat van escapisme waarbij je zelfvertrouwen op wordt gekrikt door deze heren na een lange dag van kantoorslavernij. Frappant is echter, dat sommige aspecten van de Japanse sexindustrie in een vicieuze cirkel vervallen omdat de meeste vrouwen die naar hostclubs gaan en over de financiële middelen beschikken zelf in de sexindustrie werken. Ze beginnen überhaupt in deze branche te werken om snel te verdienen en om de yen vervolgens weer te spenderen aan hun favoriete host. Het is een keiharde business, de 水商売.

Dus, misschien voel je je alsnog geneigd om onder gedompeld te worden in gefinancierde vleierij? Neem dan gerust een wandeling door een ongure steeg in de grote amusementssteden zoals Osaka, Tokyo of zelfs Hiroshima en probeer een babbel aan te knopen met een groepje mannen met slangenleren laarzen.

Maar, niets moet. Je kan ook op afstand aan je koffie lurken terwijl je de gang van zaken vanuit een beroemd koffiehuis tot je neemt. En nee, ik heb absoluut geen X-aantal yen neergelegd voor een theekransje met deze hotshots.

maandag 10 augustus 2009

Heldin in Hiroshima

A-Bomb Dome in Hiroshima

Hiroshima

Hoewel ik geheel in de veronderstelling dat het regenseizoen eindelijk afgelopen was, regende het redelijk hard op de ochtend van mijn vertrek naar de stad die de atoombom-ellende van Nagasaki volkomen begrijpt; Hiroshima.

Mijn energieke persoon begon enigszins kribbig te worden bij het aanzicht van de enorme klodders water die uit de hemel kwamen vallen, maar gaan moest ik.. omdat de shinkansen-tickets een fortuin hadden gekost. Belachelijk, 22.260 (uit het hoofd.. VEEL.. +-200€) yen voor een retourtje Nagasaki-Hiroshima.

Nadat Matthias me had uitgezwaaid en ik door de regen naar de tram slenterde drong het tot me door dat reizen in een kort rokje niet bepaald praktisch is. Hoewel ik rechtsomkeer had kunnen maken en me thuis had kunnen omkleden overwon luiheid dan toch..

Eenmaal neergeploft op de comfortabele leren stoelen van de Kyuushuu-shinkansen hing ik voorover en was ik vrijwel snel van de kaart. Wakker werd ik weer op Hakata (Fukuoka) en na een snelle overstap zou het slechts anderhalf uur duren om naar de andere atoombom-stad te reizen.

Ik moest goed kijken of ik niet bij een of andere pauper, boerengat uitstapte, want het station van Hiroshima was niet te vergelijken met een Kyoto, Nagasaki of laat staan Tokyo. Hoe dan ook, ervan uitgaand dat ik goed zat begaf ik me naar de uitgang en zag.. beton. Hiroshima werd volgens mij redelijk snel en industrieel opgebouwd na de val van de bom. Ietwat teleurgesteld door het aanzicht troostte ik mezelf door te bedenken dat ik gewoon chagrijnig was omdat ik een paraplu mee had gesleept die ik waarschijnlijk niet zou gebruiken, mijn rokje steeds omhoog kroop door mijn rugtas en ik nog een ruim uurtje naar mijn hostel moest lopen..

Nadat ik als een stereotype toerist, turend in mijn reisgids, me door de straten van Hiroshima waande (ik tuurde zo hard, dat ik bijna tegen een paal op was gelopen. Vrouw), bedacht ik me wat ik wilde gaan zien voordat ik zou inchecken. Zo stuitte ik heel toevallig op het kasteel van Hiroshima. Je kan er geen boek over schrijven, maar het is wel cultureel verantwoord.
Daar is die dan..

Ik verveelde me al gauw, omdat kastelen me om een of andere reden niet veel interesseren. Een van de redenen om naar Hiroshima te gaan was voor mij vanwege het beroemde Vredespark en Atoombom-museum. Daarom probeerde ik me op een redelijk tempo in die richting te begeven.

Tijdens deze queeste stond ik tegenover de beroemde Atoombom-koepel waarvan de, op 6 augustus 1945 door de atoombom verwrongen metalen, skelet nog triomfantelijk aan de gracht stond. In een surrealistische waas liep ik er een rondje omheen en bedacht ik me hoe bizar het was dat ik op dezelfde verwoeste grond als ca. 64 jaar stond.

Aanzicht vanaf een brug

Symboliseert het voor mening inwoner van Hiroshima de vrede of herinnert het aan de verwoestende kracht van de atoombom?

Oorspronkelijk was de A-Dome de Hiroshima Prefectural Industrial Promotion Hall

Nadat ik vanuit iedere mogelijke hoek een foto had geschoten van de Genbaku-Domu vond ik dat het tijd werd om mijn bagage te dumpen. Zoals een echte vrouw, liep ik twee rondjes om locatie X heen voordat ik daadwerkelijk mijn hostel had gevonden.

Nadat ik naar binnen was gelopen vroeg ik aan de Japanse, die vloeiend en accentloos Engels sprak, of ze daadwerkelijk een Japanner was. Daarna werd ik al gauw naar mijn dormitory begeleid waar ik begroet werd door een immense onderbroek, die uitgespreid op de futon van mijn afwezige buurvrouw lag. Als een echte circustent..

Met Rapid-Brow-Movement maakte ik me gauw uit de voeten vanuit de, naar mijn smaak veels te internationaal gerichte, hostel. De hoeveelheden stereotype Amerikaantjes waren te aanwezig.

De lijst vol dingen die ik als angstig ervaar is redelijk lang, maar dat terzijde. Ik ging dus naar het Atoombom-museum en ik had er veel zin in! Dit klinkt luguber, maar zoals je al weet heb ik een ziekelijke interesse in oorlogsmonumenten en musea. Vraag me niet waarom, want ik ben er zelf ook nog niet achter. Maar goed, ik kocht een entreekaartje en tot mijn grote verbazing was het museum een ware heksenketel. Massa's, en dan ook massa's Amerikaantjes en Fransen stonden luidruchtig voor alle bordjes foto's te maken. Ik begreep al niet zo goed waarom er überhaupt foto's mochten worden gemaakt en vond ik het uiterst ongepast dat mensen zo luidruchtig aanwezig zijn. Ook had ik mijn lengte niet mee, want ik kon daadwerkelijk niets lezen.

Lichtelijk geïrriteerd ging ik de trap op om een andere afdeling te bekijken, maar mijn irritatie stagneerde omdat er twee lompe, pardon my french, wijven, zonder maar iets te bekijken van alles foto's zaten te maken en ook nog eens uitspraken zoals: "Yeah, this could've been prevented if they haven't bombed Pearl Harbor" deden .. Stelletje lompe zwijnen, de aanval op Pearl Harbor is toch niet te vergelijken met een atoombom die nog decennia later de gezondheid van mensen negatief beïnvloedt? Gatverdamme zeg! PIGS!

Om een lang verhaal kort te houden; ik ging er sneller doorheen dan dat ik had gedacht. En om de depressie van me af te schudden besloot ik naar het centrum te gaan. Wat me meteen opviel waren de groepjes mannen in pak die in het midden van winkelstraatkruispunten met een aantal telefoons in de gemanicuurde handen stonden. Ik had meteen door dat deze gladde heren 'hosts' waren, en dat is een nette term voor 'gezelschapsheren' die een avond met je doorbrengen. Dit is uiteraard tegen betaling en er is meestal geen sprake van seksuele activiteiten.

Vanuit de Starbucks observeerde ik deze heren in hun natuurlijke habitat en zag ik sporadisch meisjes verschijnen, werd er gebabbeld en werden er afspraakjes gemaakt. Inderdaad, met meerdere tegelijkertijd. De "man-host" is daadwerkelijk een interessant wezen.

Nadat de host zijn habitat had verlaten had ik ook niets meer om te observeren, dus besloot ik maar naar het hostel terug te keren. Eenmaal terug babbelde ik met wat mensen, en was ik best verbaasd over het feit dat veel mensen docent Engels op Kyuushuu zijn. Blijkbaar kun je, als Engelse native speaker, een maximale vijfjaarcontract krijg om Engels te doceren. Accommodatie wordt vergoed en je hoeft niet eens goed Japans te spreken.

Eenmaal op mijn kamer mailde ik het thuisfront in Nagasaki dat ik met drie enorme vrouwen op de kamer lag en ik bang was dat ik 's nachts zou worden opgegeten..

Miyajima

Op dag twee van mijn reis stapte ik op de tram en ging ik richting haven. Waarom? Om met de ferry naar het heilige eiland Miyajima te gaan. Miyajima is een heilig Shinto-eiland waar er blijkbaar geen mensen op mogen worden begraven. Er mogen ook geen kinderen op worden geboren, maar ja, wat als de nood hoog is? Maar goed, how would one know for sure? Ik lag er niet wakker van, want ik wilde een gezellige, zonnige middag rond de Itsukushima-schrijn en die prachtige, drijvende toorii beleven.

Miyajima eiland

Het bijzondere aan die toorii (rode poort) is dat er tijdens eb onderdoor kan worden gelopen en het tijdens vloed in zee lijkt te drijven. Ik heb ook gemerkt dat er wel meer dan een uur overheen gaat voordat het vloed wordt..

Ik vermaakte mezelf ondertussen door de schrijn binnen te gaan en wat prachtplaatjes te schieten.

Binnenkant Itsukushima-schrijn, als het vloed is staat het vol water

Ik heb twee woeste mannen gestrikt om deze foto te maken

Voorkant van de schrijn

Toorii tijdens eb

Nadat het tot me door was gedrongen dat het redelijk lang duurt voordat het vloed wordt besloot ik wat specialiteiten te proeven. Zo genaamde Momiji-manjuu is een cakje in de vorm van een herfstblaadje met een inhoud van zoete bonen-pasta. Het is tevens een Hiroshima-specialiteit, maar op Miyajima werden de cakejes in allerlei smaken verkocht, en dat wilde ik uiteraard proberen. Na wat ingekocht te hebben besloot ik te chillen op een bankje met het uitzicht op de toorii. In de veronderstelling dat ik op mijn gemakje, onder het genot van een muziekje mijn cakejes zou kunnen opeten, kreeg ik de schrik van mijn leven toen mijn tas bruut werd aangevallen door een hongerige hert. Tja, die lopen er los.. monsters!

Met trillende handjes probeerde ik mijn tas op te pakken en te vluchten, maar jammer genoeg zat het vast aan de bank (!) met als gevolg dat de helft van mijn cakejes sneuvelden aan de kaken van dat zogenaamde heilige beest. Heel veel mensen hebben ongetwijfeld van dit theater genoten..

Die smeerlap!

Eindelijk vloed ~

Blaadjes zijn beter voor je dan cakejes van toeristen, vent

Na mijn vernedering besloot ik nog even een rondje door de winkelstraat te maken, nog wat vloed-foto's te maken, schaafijs te eten en terug te keren naar het vaste land.

Gelukkig kwam ik de eigenaar van de immense onderbroek tegen op de ferry en moest ik zo'n gedwongen gesprek voeren. Je weet wel, zo eentje waarin je quasi-oprecht moet glimlach en geïnteresseerd moet doen en alles.. gelukkig duurde de tramrit maar drie kwartier.. onze wegen splitsten zich toen ik vertelde dat ik voordat het donker zou worden nog even wat tempels wilde zien
. Dit was overigens geen leugen, maar de tempels bleken begraafplaatsen te zijn, dus ging ik maar de naar de meest hippe Starbucks van Hiroshima. De Starbucks in het NHK-gebouw. En hoewel ik bezweet en underdressed was kon ik daar twee uur chillen en reflecteren over mijn geworstel met die hert.

Iwakuni

Op dag drie dacht ik dat het wel avontuurlijk zou zijn als ik, met al mijn spullen, onder de hete zon naar het station zou lopen. Ik had de afstand onderschat en was harstikke kribbig vanwege het gebrek aan voedsel, maar ik moest doorbikkelen vanwege tijdnood. Ik wilde namelijk naar het stadje Iwakuni (rotsland/rotsprovincie) gaan. Het is een boerengat op ongeveer een uur van Hiroshima verwijderd, maar het staat bekend om die-ene-mooie-brug.

Volkomen bezweet, aangekomen op het station van Hiroshima, dumpte ik mijn spullen in de enige vrije locker en kocht ik treinkaartjes voor Iwakuni. Vergezeld door allerlei bejaarden tuurde ik uit het raam terwijl de trein langs lege stations raasde. Drie kwartier later kwam ik aan bij Iwakuni-eki en krabte ik op mijn bol omdat ik dacht dat ik een hooibaal voorbij had zien rollen.

Omdat ik volkomen verlamd was door de schrik van de "country side" kocht ik buskaartjes om naar de Kintaikyou-brug te gaan. Het leuke was, dat ik niet precies wist waar ik uit moest stappen en dat de bus echt in the middle of nowhere reed. Zulke ervaringen zijn meestal zowel avontuurlijk als zenuwslopend, maar gelukkig kwam het goed met me omdat ik vanuit de verte de brug zag.

Al die moeite? Welnee hij is prachtig! De 錦帯橋 (kintaikyou)

Aan de andere kant van de brug had je een groot park met allerlei rozentuinen, tempels, schrijnen, begraafplaatsen en fonteinen. Ik heb allerlei artistiek-verantwoorde foto's gemaakt.



Ik zou graag allerlei spannende verhalen over het park willen vertellen, maar die waren er gewoon niet. Natuurliefhebbers zou het prachtig vinden. Ik chillde in de schaduw met een schaafijsje.

Vakantieafsluiter!

Content door het uitzicht vond ik het wel mooi geweest, dus begaf ik me weer richting Hiroshima. Eenmaal daar besloot ik om nog even een Hiroshima-fu okonomiyaki te eten (Hiroshima stijl, Japanse hartige pannenkoek) en wat Momiji-manjuu te kopen. Omdat ik in het station bij een traditioneel zaakje stond te gluren begon de aardige mevrouw tegen me te praten. Ik vertelde haar dat ik in Nagasaki woonde en Japan helemaal tof vond, zij vond me schattig, vond me Japans goed en besloot me een aantal cakejes cadeau te doen. Ik bedankte deze lieve mevrouw en ging richting shinkansen, om terug te keren naar geliefde Nagasaki.

Impressie van Hiroshima?
Steekwoorden: beton, gigantische Amerikaantjes, man-whores en attaquerende herten natuurlijk.

zondag 2 augustus 2009

Festival Fever

In yukata tijdens 港祭り (minato-matsuri; haven-festival)

Voordat ik vol zelfvertrouwen mijn tweede solo-trip had naar Hiroshima had gemaakt, werd er even gebeest in Nagasaki! De zogenaamde 港祭り (minato matsuri, haven-festival) werd namelijk in onze eigen geliefde stadje gehouden. Ook zou mijn droom een werkelijkheid worden, omdat er tijdens zo'n festival veel mensen in yukata (lichte zomerkimono voor vrouwen) en jinbei (mannelijk equivalent) te vinden zijn en ik dan een excuus had om ook zo over straat te lopen. Verder houd ik natuurlijk van aandacht..

Hoewel ik redelijk nerveus was omdat ik een obi-perfectionist ben, lukte het knopen dit keer verrassend snel. Echter, het weer was problematisch en er werden immense klodders water voorspeld waardoor het vuurwerk waarschijnlijk niet door zou gaan. Hoe dan ook, omdat dit een van de weinige keren was dat wij als buitenlanders in Japanse klederdracht over straat mochten slenteren besloten we, ongeacht het weer, gewoon te gaan.

Ook Rolf en Pyke deden mee aan de verkleedpartij en terwijl zij in de pyama-achtige jinbei (meer een relaxt-yukata met broek) met zowel traditionele geta (houten klompen/slippers) als All Stars, veel sneller vooruit gingen dan ik met mijn beperkte mobiliteit, vroeg ik aan Matthias waarom hij ook geen jinbei had gekocht. Terwijl hij me een evil eye gaf (een nieuw ding tussen ons) en schertsend vertelde dat "sommige mensen hun reis naar huis moeten betalen" zei, gaf ik hem een por en vertelde dat deze vete beslist verder in de 'Keya uitgevochten zal worden. Achteraf had hij spijt dat hij ook niet verkleed ging.

Ongelooflijke engerds in de tram van Nagasaki

Hoewel wij, buitenlanders, sowieso vaak genoeg op straat worden aangegapen was het dit keer erger dan voorheen. Mensen moesten immens moeite doen om hun kaken niet te laten zakken bij het aanzicht van drie gaijin in Japanse zomer-klederdracht.

Aangekomen bij de haven moesten we vanwege de regen schuilen in de Starbucks van winkelcentrum Yume Saito. Na drie uur te hebben gewacht en een hapje te hebben gegeten hield de regen eindelijk op en maakten we even een rondje door het havenparkje. Het vuurwerk werd beslist afgelast, waardoor wij teleurgesteld naar huis moesten. Plotseling had iemand van ons het briljante idee om zo verkleed naar de 'Keya te gaan..

Keihard naar de 'keya

Festival-gangers

Gezellig een hapje eten!

Op dag twee van het festival scheen de zon, dus besloot ik mijn andere yukata aan te trekken en nog een keer naar de haven te gaan. Van de partij was een grote groep die zich voor het winkelcentrum Yume Saito had verzameld. Met zijn allen gingen we kraampjes af om traditioneel festival-voedsel zoals okonomiyaki en schaafijs te proeven en om vervolgens van het vuurwerk te genieten. Japanse festivals zijn zowel sfeervol als vrolijk waardoor ik me erg pretty in mijn witte yukata voelde. Jammer genoeg hadden we de volgende ochtend onze eindpresentaties waardoor we relatief vroeg terug moesten, maar deze prachtervaring zal ik in ieder geval nooit meer vergeten.

Let vooral niet op mijn spookachtige blik

Vervolgens, presentaties.. niet blogwaardig. Eindborrel? Te wild.
Na dit stuk censuur herinner ik me dat ik de volgende dag mijn Koreaanse vriendinnetje Seulki samen met Glynis had uitgezwaaid. Ik offerde me vrijwillig op om een van haar loodzware koffers naar de bushalte te slepen (half uur lopen, pure ellende op aarde, kater) terwijl Glynis allang van plan was om de andere koffer mee te zeulen. Na het emotionele afscheid begon het ook nog eens clichématig te regenen, met gevolg dat wij met een extra naar, melancholisch gevoel naar huis liepen. Afscheid is pijnlijk.. zo was mijn afscheidsdiner van dansen, ongeacht het feit dat het gezellig was, ook niet het fijnste moment van mijn leven.

Je krijgt nog te goed; een wild Hiroshima-verslag, een spartaanse overnachting op eiland Nokonoshima, shopping spree in Fukuoka, de opening van de zaak van mijn lievelings 'keya-kerel en een dagje strand op Ioujima!

maandag 13 juli 2009

茶道; Een Tijd Een Ontmoeting

San-chan, Glynis, Milan en ik tijdens de thee-ceremonie van Seulki

Met z'n drietjes ~

Het gevreesde, geestdodende kanji-tentamen staat voor de deur en ondanks het feit dat mijn hoofd overloopt van talloze kun en on-yomi (de Japanse en Chinese lezing van kanji) bevind ik mezelf in een filosofische staat. Waar komt dit toch allemaal vandaan? Misschien wel door mijn nieuw-gevonden interesse; de Japanse theeceremonie.

Afgelopen week ben ik en wat andere Nederlanders door mijn Koreaanse vriendinnetje Seulki uitgenodigd om, als gasten, haar theeceremonie bij te wonen. Nou hadden wij eerder een workshop theeceremonie gevolgd, maar dat raakte geen snaren waardoor ik het niet zo speciaal vond. Toen ik gisternacht rond drie uur 's nachts klaarwakker lag bedacht ik me dat ik er meer over wilde weten. Lees je gezellig mee met mijn uitermate door-Zen-beïnvloedde blogpost?

Allereerst, wat achtergrond informatie.

Als je theeceremonie in het Japans vertaald heet het 茶道 (sadou/de weg van de thee). Deze traditionele activiteit van velen facetten, etiquette en esthetiek draait om het klaarmaken, serveren en genieten van maccha (groene poeder thee, tevens mijn aller-aller-aller-favoriete smaak hier in Japan). Omdat de oorsprong in het 12e eeuwse Zen-boeddhisme ligt, staan begrippen zoals nederigheid, simpliciteit, imperfectie en beheersing centraal. Bewondering voor de vergankelijkheid, simpele, asymmetrische schoonheid en connectie tussen gastheer en gast kenmerken de gemiddeld twee uur durende ceremonie.

Door de eeuwen heen ontwikkelde de theeceremonie zich tot een ware kunstvorm
en zo bieden talloze scholen en zelfs 'universiteits kringen' workshops aan zodat deze traditie niet verloren gaat. Daar er flink geschoold moet worden is niet verrassend, want alle kleine details die tijdens de ceremonie perfect uitgevoerd moeten worden zijn lastig te onthouden. Het begint vanaf het moment dat de gastheer de schuifdeur opent, voor de gast buigt, maccha losklopt en door middel van de juiste woordkeuze zijn gast verzoekt om thee te drinken. De gast heeft het ook niet gemakkelijk, want tijdens de hele gebeurtenis hoort men in de zogenaamde 正座 (seiza, strenge houding waarbij je op de knieën zit) te blijven zitten, de gastheer op de juiste manier bedanken en de thee, nadat het kopje met de klok mee is gedraaid in drie slokken op te drinken. Dat klinkt theoretisch gezien heel simpel, maar dat valt tegen.  

Meer dan attentie voor al de kleine details ben ik meer geïnteresseerd in de filosofie achter de ceremonie. Het zogeheten 一期一会 (ichi-go-ichi-e) idee. Vrij vertaald betekent dit 'een tijd, een ontmoeting', met andere woorden koester dit moment, want het zal nooit meer voorkomen. Daarmee wordt bedoelt dat de gebeurtenis talloze keren opnieuw kan voorkomen, maar nooit onder dezelfde omstandigheid of setting en is daarom speciaal. De connectie tussen gastheer en gast wordt vereeuwigd en net zolang gekoesterd in iemands hart totdat het wordt vergeten.  

In mijn optiek, zou ik de essentie van deze filosofie nooit in woorden kunnen uitdrukken, maar wie niet waagt.. Als je het op een grotere schaal bekijkt, zul je bepaalde momenten in je mensenleven nooit meer meemaken en moet je ze daarom in je hart sluiten en er intens van genieten. Voorbeelden van dit soort momenten zijn; een schitterende sterrenhemel terwijl je op je rug op een Italiaans balkon ligt, een uitkijkpunt vanuit je favoriete tempel over je favoriete stad of met een vreemdeling dobberen op een luchtmatras in de Middellandse Zee. Als je soms aan deze momenten terugdenkt, jezelf op glimlach betrapt en jezelf enigszins melancholiek voelt, dan doe je het goed.

Deze theorie kan je ook toepassen op menselijke relaties. Mensen komen en gaan, sommigen blijven voor altijd, anderen blijven maar een kort moment. Van de mensen die op je pad komen kunnen een paar een intense indruk achterlaten of laten je in zijn geheel onberoerd. En hoe hard je ook wilt dat sommige mensen voor altijd in je leven zullen blijven, zijn er altijd allerlei omstandigheden die dit verlangen zullen beletten. Hoe om te gaan met deze separatie? Sluit deze mensen in je hart en vergeet ze nooit.

Een tijd, een ontmoeting.

En nu, tijd voor een kop maccha. Dan kan de filosoof in mij eindelijk rusten.

dinsdag 7 juli 2009

Bamboe, Beesten, Bowlen!

Het duurde drie kwartier, maar ik heb eindelijk mijn yukata kunnen aantrekken!

Als je je afvraagt waarom ik mezelf in een enigszins frappante positie voor de zelfontspanner heb gecomposeerd en in yukata heb gewikkeld, dan komt dit door het zogenaamde 七夕(tana bata) festival. Als je het vertaalt, betekent Tana-Bata 'De avond van de 7e' en wordt dit festival ieder jaar, een x-aantal dagen voor-en op de 7e van juli gevierd. Het is een op de Chinese sterren-festival gebaseerd Japans festival waarbij de ontmoeting van Ori-hime en Hikoboshi wordt gevierd. Deze twee geliefden worden gescheiden door de melkweg (een rivier van sterren) en mogen elkaar slechts een keer per jaar ontmoeten. De dag van de hartstochtelijke rendez-vous is op 7e van de 7e maand. En omdat de sterren 's avonds pas schitteren wordt het festival gehouden als de zon onder is gegaan.

In het huidige Japan viert men Tana-Bata door wensjes op papieren strookjes te schrijven en die aan bamboe-takken te hangen. De bamboe en decoraties worden als het goed is op de 7e verbrand of ze worden rond middernacht of de volgende dag via bootjes in rivieren weggevoerd.

Bamboe-takjes voor het Internationaal Centrum

Tussen alle cliché wensjes zoals 'gezondheid voor allen' en 'wereldvrede' heb ik ook mijn egoïstische wens opgehangen. En nee, het was geen ”かっこいい男を会えるように" ..

Mijn wensje..

Verder, hoewel ik iedere mogelijkheid om mezelf in yukata uit te dossen aangrijp, werd ik dit keer aangespoord door drie Japanse grietjes die zondagavond voor mijn deur stonden. Er was blijkbaar een of ander feest in de gemeenschappelijke ruimte en omdat ik ondertussen weet hoe spannend al die feesten wel niet zijn koos ik er bewust voor om even over te slaan.. totdat ik de deurbel hoorde.

Twee van de drie meisjes waren volledig in yukata gekleed, maar eentje moest zich nog omkleden omdat het buiten keihard plensde en er blijkbaar in de hele kaikan geen ruimte was voor een garderobe-change vroeg ze zich af of dat even in mijn kamer kon. Omdat ik een aardig kind ben en omdat ik van mijn a propos was over het feit dat niemand anders zo genereus was, liet ik ze zich in mijn kamer omkleden. Na wat gebabbel besloot ik mezelf ook in yukata te hijsen en naar beneden te gaan.

Na drie kwartier met mijn obi (band) te hebben geworsteld was ik enigszins content met mijn verschijning en begaf ik me naar beneden. Het feest was alles behalve vermakelijk, maar ik voelde me wel een absolute prinses.

De dag voor dit tafereel werd er tot aan de late uurtjes geborreld in de 'keya.

Even, mijn wekelijkse taalfaal: situatie schets: Lena bestelt atsukan (hete sake) en een extra choku (?) (shot glaasje). Ik vroeg dus aan de schattige ober Jooji of hij zo vriendelijk zou zijn om mij een choku te brengen. Wat deed de vriendelijke jongeman? Hij liep naar de kast, rommelde er even in en bracht mij een plastic bak vol stoepkrijt in alle mogelijke kleuren van de regenboog..ik ben blijkbaar een kleuter

Note to self: choku betekent krijt. chokou betekent shotglaasje.

Deze vernedering was ik snel vergeten, omdat we met iedereen van de Izakeya, na hun dienst, zouden gaan bowlen! Met andere woorden, een uurtje of drie 's nachts. Nou maakt dit voor Lena de nachtdier niets uit, maar ons Rolfje en Martijn hadden er niet veel trek in, wat resulteerde in het feit dat Rolf op Martijns schouders uit de MacD werd weggedragen. Ik, Matthias, Sander, Pyke en Musketier daarentegen hadden wel zin om wat balletjes te laten rollen. En zo, stonden we anderhalf uur later tegenover het 15-koppige Izakeya team in de bowling zaal genaamd 'Lucky Bowling'. Oei.

Na vier banen te hebben ingenomen begon de titanenstrijd. Wij, Nederlanders, zaten in een team en ik slaagde erin om het gemiddelde ongelooflijk omlaag te halen door een gemiddelde score van 48 te bowlen. De Izakeya'ers daarentegen, bowlden allemaal minstens 70. Na de eerste ronde was het gebleken dat ik de beste was!

In het hebben van de laagste score.. ..

Door mijn vernederende ogen enigszins met mijn rode lokken te bedekken was het tijd voor de tweede ronde. Dit keer werden wij, Nederlanders, in andere teams gestopt. Veronderstellend dat ze niet bepaald zouden gaan juichen als ik me met mijn verschrikkelijke score bij hun beuker-team zou aansluiten, was er niets aan te doen. Ik vond de mensen in mijn team niet bijzonder (ze zijn natuurlijk harstikke aardig daar niet van, maar ik heb nooit echt met ze gebabbeld omdat ik nooit de behoefte had..). Zo zat ik bij die-ene-gast-die-ik-altijd-groet-terwijl-ik-halverwege-de-avond-naar-de-wc-strompel, serveerster Yui en de man van zogenaamde "Japanse Lena". (Don't ask, het heeft te maken met een diepe, mannenstem) ..

Wederom had ik laagste score van daadwerkelijk ie-der-een! ..

Ondanks mijn gebrek aan bowlingtalent was het een hele gezellige avond! Ik vond het supertof dat al die mensen bereid waren om met hun vaste klanten wat te gaan doen! Hopelijk kunnen we weer zoiets doen voordat we vertrekken..

Ugh vertrekken. Ik vertrek liever naar andere Japanse steden. Zo had ik onlangs een hostel in Hiroshima geboekt! 29 juli ga ik mijn frappante hobby uitoefenen (atoombommusea bezoeken) en tempel-toeristen (Miyajima) .. of ik daarna naar Kyoto zal vertrekken ben ik mezelf nog aan het afvragen..

Verder ga ik 4 en 5 augustus naar Fukuoka om daar met wat Nederlanders en onze Japanse conversatie/lezen docente een nachtje op een eiland door te brengen. Ik ben uiteraard in mijn nopjes ~ verwacht prachtige reisverslagen!