zondag 5 oktober 2008

Dag 3,4,5

Ik voor het Keizerlijk Paleis in het prachtige Ginza

Dag 3

Dit is een pijnlijk onderwerp, omdat we om tien uur 's ochtends hadden afgesproken. Opstaan leek een onmogelijk gezien het feit dat ik slechts een uurtje of vier had geslapen na ons geniale karaoke-uitje. De jongens waren nog om vier uur ’s nachts naar de Tsukiji-vismarkt geweest en stonden met een hun brakke hoofden een uurtje later op.

Ik bedekte mijn immense wallen met een gigantische zonnebril en besloot vandaag min of meer het initiatief te nemen en de dag in te plannen. Ik wilde heel graag Ginza zien, omdat dit de eerste moderne Japanse wijk is en vol gebouwd zit met glimmende, torenhoge warenhuizen. Dit was meteen te zien toen we op het Ginza-station aankwamen en al gauw in de gaten kregen dat alles daadwerkelijk shiny en clean was. Hoe dan ook, we waren hongerig en het konbini-eten begon te vervelen. Konbini staat voor convenience store en is dus een plek waar je 24/7 terecht kan, eten kan kopen, kan pinnen etc. We wilden lekkere broodjes in een department store halen, dus keken we al kwijlend naar al het lekkers. Nadat we wat broodjes hadden uitgekozen werden ze behoorlijk netjes verpakt en verzegeld met een gouden strik. Ik mag Japan wel, dacht ik op dat moment.

Ik, helemaal gek op Ginza!

De gasten (Boeddha, Blonde God en Schoen) hadden geen zin in het bekijken van glimmende hebbedingetjes, dus besloten we ons op te splitsen. Dit resulteerde in het feit dat ik en Glynis naar het Keizerlijk Paleis begonnen te wandelen.

Het was ongelooflijk hard bikkelen onder de hete zon, maar de moeite waard. We bereikten na een half uur een gigantische park waar allerlei mensen zaten te chillen onder het genot van een geniaal uitzicht op alle wolkenkrabbers, het Keizerlijk Paleis en de Nijuu-bashi (brug). De plek waar je naar het paleis kon staren werd bewaakt door chagrijnige beveiligers met mooie, witte handschoentjes. Nadat ik niet de ballen had om met ze op de foto te gaan, vonden we dat de jongens dit super uitzicht ook moesten komen bewonderen, dus we bikkelden terug naar het centrum van Ginza. Nadat ik knetterhard het half uurtje terug had gelopen voelde ik me toch wel brak na de nachtelijke zangsessies, maar toch terroriseerde ik iedereen met het idee om naar Yasukuni-schrijn te gaan. Dit is een schrijn voor Japanse oorlogsslachtoffers, of verheerlijking van het Japanse Imperium tijdens WO2.

Beruchte Yasukuni-schrijn

Nadat ik met mijn coördinatie van een baksteen iedereen in de metro navigeerde arriveerden we in wijk Shinjuku. Iedereen was een beetje moe tijdens het bezoek aan de schrijn, maar ik voelde me in mijn element, omdat ik militaire geschiedenis geweldig vind. Ik liep het museum binnen en begon foto’s van een Japanse zero-vliegtuig te maken.

Waar we ook heel graag naartoe wilden was Tokyo Tower, het equivalent van de Eifeltoren, maar dan 13 meter hoger. Japan moet het immers, ietwat beter doen. Ik genoot onwijs van het mooie uitzicht van de nachtelijke skyline van Tokyo en vond mezelf tof dat ik me had ingeschreven voor dit avontuur. Dit soort kleine dingen in het leven moet je koesteren.

Al die euforische gevoelens maken hongerig, dus begonnen we uit te vogelen in welke wijk we goedkoop konden eten. Shinjuku dus. Door het gebrek aan eettentjes besloten we maar de eerste de beste traditionele eettent binnen te stappen. We werden meteen raar aangestaard door de gasten die daar werkten en ze roddelden ongetwijfeld over ons, maar it’s all good. Daarna besloten we even Shinjuku te verkennen en de meesten waren niet onder de indruk van de pauperness. Ik, daarentegen, genoot met volle teugen! Wat een wijk! Het heeft zo’n aparte, undergroud vibe, de apocalyptische zwarte gebouwen met rode accenten, verlaten steegjes en een mysterieus uitzicht. Vanaf dat moment wist ik dat hier nog een blokje om moest maken! Teleurgesteld in het feit dat de rest oh zo moe was, besloot ik alleen met Matthias te gaan wandelen door deze prachtwijk. Wandelend door obscure straten bewonderde ik alle sigarettenautomaten, want sigaretten hier zijn spotgoedkoop! Ongeveer 300 yen per pakje! (2 euro)

Ik aanbid de sigaretten-Kami

Terwijl we foto’s zaten te maken van een verlaten tunnel zagen we een zooi spullen staan. Ik twijfelde even aan mijn moreel en wilde even op een karretje springen, maar het bleek dat deze spullen van iemand waren. Een burakumin zat tussen het hoopje spullen, luisterend naar muziek (Ipod!), boekje lezend, noodels te eten. We voelden ons lullig en hoopten niet dat hij dat dacht dat we foto’s van hem aan het maken waren.

Daarna kreeg ik het koud en terwijl ik een hete blik koffie uit de automaat trok gingen we maar richting station. (Je zou denken dat het vervoer in Tokyo oh zo 24/7 is. Nou mooi niet, de laatste metro vertrekt rond twaalven en dat op een zaterdag). Eenmaal op het perron zagen we staan dat het een perron voor alleen vrouwen was en gezien het feit dat Hotoke-same geen vrouw is (27 Dresses?), gingen we naar een andere. Er bestaan zoiets als een vrouwenperron, omdat het ten eerste veiliger is en ten tweede omdat mannen vrouwen bij hun kont grijpen tijdens druktes. Vieze チカン。

Shinjuku! Mijn grote liefde!

Atashirashikunai ga, geen nachtelijke escapades verder.

Dag 4: Kamakura

Vandaag het moment waar ik me zolang op verheugde! We gingen naar Kamakura! Het is een pittoresk stadje vlakbij Tokyo, voorzien van talloze tempelcomplexen. We hadden geluk dat een vriendin van Milan ons daar rond wilde leiden, dus we verzamelden ons op het station. Aanwezigen: Matthias, Rolf, Glynis, Ward, Milan, Martijn, Jurre, Sander, Natsumi (Milan’s vriendin), Saori (Natsumi’s vriendin), Akio, Yoko en nog een meisje dat vet goed Engels kon, maar wiens naam ik ben vergeten!

Mijn droom komt uit! Ik sta voor de Daibutsu in Kamakura

We bezochten vier plekken, maar de meest geniale was de Daibutsu (Grote Boeddha). Hij is prachtig!

Oja, op een gegeven moment werd ik aangesproken door een klein meisje die in gebrekkig Engels aan mij vroeg of ik met haar op de foto wilde. Toen ik zei dat ik wel Japans kon, trok ze wit weg, maar was nog wel bereid om op de foto te gaan. Fijn dat ik aan word gezien als een of andere roodharige barbaar.

Al die culturele uitstapjes maken hongerig, dus besloten we met de hele gang naar Yokohama te gaan. Voordat ik het wist zaten we te eten in een all you can tent (13 euro) in de Chinatown van Yokohama. Omdat we met zo’n grote groep waren zaten we aan twee tafels. Akio maakte random opmerkingen dat hij met een lief, Nederlands meisje wilde trouwen en dat dit zijn droom was. Hoewel ik niet goed wist of dat een hint was of niet, vertelde ik hem over greencard huwelijken in Amerika en mijn halfzus (die daar gebruik van heeft gemaakt). Hij vond dit wel tof.

Akio wilt uiteindelijk in Nederland werken, omdat er veel vakantiedagen zijn en het leven er rustiger is. Om de een of andere reden kreeg hij het idee dat ik hem en zijn hints irritant vond, maar dat was niet zo. Ik vermaakte mezelf door de Blonde God uit te lachen, die naast een meisje zat die wel heel graag wilde trouwen. Toen ze aan hem vroeg of hij wilde trouwen, lachten we enorm en vonden dat hij instant verloofd was. Ik had het wel moeilijk om de Japanse gesprekken te volgen en flipte steeds als ze mij een vraag stelden. Wel gelijk de brutaalste, op welke mannen ik viel en waar Nederlandse mannen op zoek naar zijn. Ze waren verbaasd dat ik op donker haar en donkere ogen viel en vonden dat ik niets met een Japanner moest beginnen omdat ze zulke workaholics zijn. Ik maar denken dat Japanners subtiel zijn.

Even later kregen we de haven van Yokohama te zien en het kantoor waar Akio werkt. Toen ik hem vroeg hoe het leven als salaryman was zei hij dat ik geen domme vragen moest stellen en met hem moest trouwen. (Of iets in die trant). Ook toen ik naar de openbare wc wilde trok Saori me bij de arm en zei dat ik het gevaarlijk was omdat er lijpo's zijn die random mensen neersteken. Ik zal het onthouden.

Hoewel wij allemaal hondsmoe waren wilden we met zijn allen naar karaoke! Martijn is een stouterd omdat hij vijf keer achter elkaar nummers voor zich zelf zat in te stellen. Na een paar uur ging de helft weg en bleef de harde kern keihard tot half vijf.

Dag 4: Ghibli museum

Vandaag was het niet zo spannend voor me, omdat het Ghibli museum op het programma stond. Ik had zoiets van.. hoeft niet hoor.

Het museam van Miyazaki Hayao. Ok, mag wel.

Later spraken we met Natsumi en Saori af in de Starbucks. Saori is trouwens vet lief, want de dag ervoor had ik met haar zitten babbelen over Cheburashka (Russich poppetje, childhood sentiment, vet famous in Japan) en gaf ze mij een boekje cadeau! Vet lief! En ik ken haar niet eens 24 uur! Ze vroeg ook wat ik later ging doen en ik zei dat de jongens naar Akihabara wilden en ik eigenlijk wilde winkelen in Shibuya. Rolf en Glynis wilden niet naar Shibuya en dat betekende dat ik alleen moest gaan. Ik werd een beetje nerveus door dit soort turn of events, dus zei Saori dat zij en Natsumi wel mee zouden gaan. Ik voelde me een beetje schuldig omdat ik hun meesleepte.

Uiteindelijk wilde Natsumi nog wat tijd spenderen met Milan, dus nam Saori me mee naar 109, een beruchte department store. Ik hoorde Natsumi eerder zeggen dat het daar eng was en toen ik vroeg waarom zei ze dat daar allemaal eng geblondeerde mokkels rondliepen die niet meer op Japanners lijken. Altijd in voor de circus stond ik erop om daarheen te gaan. Het was daar inderdaad eng, maar dat was niet het vervelende. In Japan is het zo dat op het moment dat een winkel binnenloopt men op een irritante wijze “Irasshaimase!” (wees welkom) naar je roept. Als je dat tachtig keer op een dag hebt gehoord, dan wil je niets liever dan de winkels vermijden. Ik ben het ondertussen nog niet gewend en heb de neiging om zelf met een irritante stem hetzelfde terug te roepen. Wat me ook opvalt aan Japanse meisjes is dat ze altijd korte broekjes of rokjes dragen en dat hun bovenlichamen bedekt zijn. Denk aan de combinatie hotpants, uggs, bontmuts, maar ik ben in Japan ik klaag niet.

De Boeddha en ik genieten van cocktails!

Na wat entertainment in de regen gingen we met zijn allen naar een kroegje waar je eerst je schoenen uit moest doen. Uiteraard dronk ik samen met drie gasten een fles sake leeg gevolgd door heerlijke Malibu-cocktails. Jammer genoeg moesten we vroeg weg, omdat we afhankelijk van de metro waren. Dit bedierf de pret niet, want ik ging samen met Matthias, Rolf, Martijn en Jurre naar een kroeg (Kokoro-bar, duurste kroeg in Asakusa) in de buurt. Het oogde stylish vanwege de zachte jazzmuziek, gedimd licht en enkel een koppeltje aan de bar. We waren het meteen met elkaar eens dat het pauper was omdat de drankkaart handgeschreven was, maar slaagden er toch in om allerlei alcoholische versnaperingen door elkaar te drinken.

Volgens mij vond de barman ons een beetje irritant, want wij verjoegen de laatste klanten. De avond verliep geniaal nadat de jongens perse twee keer naar de MacD wilden en vervolgens de hooligans uithingen in de gang van onze hostel. Martijn was voor mijn deur allerlei snode plannen te broeden, maar rond vijven besloten we toch te gaan maffen.

Geen opmerkingen: